Door Nuno Dominguez (EL PAIS)
Een team van archeologen heeft voor de kust van het eiland Cabrera, in de Balearen, een Romeins schip ontdekt dat ongeveer 1800 jaar geleden schipbreuk leed. Het wrak ligt op een diepte van 70 meter en werd in oktober door twee professionele duikers onderzocht en gefotografeerd. Het schip is begraven onder de amforen die volgens de onderzoekers nog steeds op hun oorspronkelijk plaats liggen.
Volgens de ontdekkers is dit schip het best bewaarde wrak van de eilandengroep en één van de weinige nog intact zijnde wrakken in de westelijke Middellandse Zee. "Zover we weten, is dit het eerste wrak in Spaanse wateren dat, na het zinken, nog in originele staat verkeerd ", benadrukt Javier Rodríguez, een van de onderwater archeologen die aan de exploratie en de documentatie van de resten deelnam. De wateren waarin het wrak is gevonden maken deel uit van een Nationaal Park.
Vissers op zoek naar nieuwe visgronden waren de eersten die het bestaan van het oude scheepswrak ontdekten door de fragmenten van amforen die ze ophaalden in hun netten in de buurt van Cabrera, ten zuiden van het eiland Mallorca. Naar aanleiding hiervan werd in april vorige jaar een wetenschappelijke expeditie uitgerust om met een onderwater robot het schip te gaan verkennen. Het eerste dat de robot zag was een enorme stapel potten van verschillende grootte op meer dan 15 meter zand.
In oktober werden er, namens de archeologische dienst van de Consell de Mallorca, door twee professionele duikers onder leiding van drie archeologen van het Balearen-Instituut in marine archeologie (IBEAM), drie duiken uitgevoerd om het wrak in kaart te brengen. De expeditie was een fysieke en technische uitdaging wegens de diepte waarop de resten zich bevonden. Sommige van de 2.000 gemaakte afbeeldingen moesten dienen voor het opstellen van een plattegrond op reële grootte van het wrak, waardoor het in detail kan worden bestudeerd en de bevindingen over een paar maanden kunnen worden gepubliceerd in een wetenschappelijke tijdschrift, volgens Rodriguez.
Vissaus
De archeologen zijn van mening dat het schip dateert uit de derde of vierde eeuw na Chr. Het bevatte tussen de 1.000 en 2.000 stuks aardewerk die de oorsprong van het schip kunnen verduidelijken. De meeste zijn grote amforen van een meter lang die zijn vervaardigd in Noord-Afrika.
Het schip is zo’n 20 meter lang en vervoerde ‘garum’, een saus gemaakt van gezouten en zongedroogde visafval1. "In de oudheid werd het beschouwd als een delicatesse en er was dan ook veel vraag naar dit product binnen de Romeinse samenleving.” vertelt Sebastiá Munar, directeur van het wetenschappelijke instituut IBEAM, die de ontdekking een "archeologische schat noemt.
De onderzoekers veronderstellen dat de boot voer op de route tussen Noord-Afrika en Hispania, het zuiden van Frankrijk of zelfs tot aan Rome toe. "De Balearen waren slechts halve weegs en boden een goede opvang voor schepen die beschutting zochten tegen bijvoorbeeld een storm," stelt Rodriguez. "Maar soms haalden ze de haven niet en zonken dus," voegt hij eraan toe.
De analyse van het hout kan onthullen waar het schip precies vandaan kwam, hoewel men, tijdens deze eerste fase van het onderzoek, voornamelijk bezig zal zijn met het voorkomen dat het schip geplunderd gaat worden.
Hiermee zijn, volgens de ontdekkers, al 12 scheepswrakken uit de klassieke tijd gevonden in de wateren van het Nationaal Park van Cabrera. Dit geeft een idee van de belangrijkheid van deze archeologische enclave. Munar benadrukt de noodzaak om de wateren van de eilanden van de Balearen te verkennen op zoek naar meer wrakken voordat ze kunnen worden beschadigd of gestolen.
De vondst werd op 27 januari 2017 gepresenteerd door hun ontdekkers samen met Minister van cultuur en erfgoed van de Consell de Mallorca, Francesc Miralles.
Notes:- 1: Veel garumfabrieken lagen aan de zuidkust van het Iberisch schiereiland, mogelijkerwijze omdat daar grote scholen tonijn en makreel vanaf de Straat van Gibraltar passeerden. De fabrieken lagen aan de kust, omdat er voor de productie verse vis nodig was. Ze hadden allerlei bakken en vaten waarin de saus kon fermenteren. Wegens de stank lagen de fabrieken doorgaans een stuk buiten de stad. Voorbeelden zijn bewaard gebleven in Baelo Claudia en Almuñécar (Sexi Firmum Julium in de Romeinse tijd), aan de kust van Andalusië. De grootste fabriek voor garum bevond zich in Lixus in noordwest Marokko bij de Atlantische kust. Ook andere plaatsen zoals Clazomenae, Leptis Magna en Pompeï worden genoemd als productieplaatsen. In Pompeii zijn vele kruiken (urceii) teruggevonden die werden gebruikt voor het vervoer van het garum. Ook is daar de garumwinkel van Aulus Umbricius Scaurus teruggevonden.(Wikipedia)