Door Lukas Burgering, voorzitter stichting Roman Ports.
mensae, mensae… mensam, mensae. Onderweg naar Schiphol probeer ik te achterhalen wat ik nog weet van zes jaar Latijn op de middelbare school.
Ik vlieg met Gerard Huissen naar Rome. Hoewel ik altijd erg geïnteresseerd ben geweest in de Romeinse tijd, ben ik, als kersverse voorzitter van Roman Ports, nooit eerder in Ostia geweest. En dat werd nu toch echt wel hoog tijd. Romanports.org gaat natuurlijk over alle Romeinse havens en niet louter over Ostia, maar deze opgraving is zo groot en uniek, dat je niet om Ostia heen kan als je over Romeinse havens wil meepraten.
Ik ken Gerard al een jaar of tien en onze contacten gingen altijd over onze beroepen: Gerard als filmmaker en ik als communicatieprofessional. Bij een gezellig etentje vertelde Gerard me over zijn passie voor Romeinse Havens. Mijn eerste reactie: nou ja, ieder zijn ding. Maar zijn aanstekelijke enthousiasme sloeg ook bij mij toe toen hij begon te vertellen over Ostia. Toen hij me een paar maanden later vroeg om hem te helpen om romanports.org wat verder van de grond te krijgen en wat meer te worden dan alleen een website, kwamen we al discussiërend tot het idee van een stichting. Ik zocht twee mensen uit die samen met mij het bestuur zouden gaan vormen – daarover binnenkort meer op www.romanports.org – en zo raakte ik betrokken.
Ik was wel eens in een kleinere opgraving geweest, recentelijk bijvoorbeeld nog in Empuries in het uiterste Noordoosten van Spanje, maar nog nooit in Ostia en Portus, de twee havens bij Rome. Nu kwam het zo uit dat Gerard voor de website een interviewafspraak had met professor Massimiliano Victor David van de Universiteit van Bologna, dus besloot ik om mee te gaan.
Onderweg vanuit de luchthaven naar het middeleeuwse dorpje Ostia-Antica zie je meteen de diverse opgravingen al liggen.
In een café waar ‘passionati’ en professionele archeologen graag samenkomen ontmoetten we Dirk Nolte, een in Lido di Ostia wonende Duitser die verbonden is aan FORO (Friends of Roman Ostia). Meteen viel mij op – en dat bleek me ook later dat weekend – dat waar er misschien hier en daar wat organisatorische of persoonlijke strubbelingen zijn, eigenlijk iedereen in deze wereld totaal verliefd is op Ostia. Het is geen bewondering, het is geen respect, het is echt pure liefde. Die zie je ook bij de mensen op de sites. Zowel op Portus als op Ostia spraken we archeologen, studenten en ‘custodes’, mensen die er werken. En waar ze je eerst met enig argwaan aankijken (daar heb je weer zo’n toerist) zie je ze direct voor je ogen ontdooien als je er blijk van geeft oprecht geïnteresseerd te zijn en te willen praten over die gemeenschappelijke passie.
In één weekend bezochten we zowel Ostia en Portus uitgebreid. Ik keek mijn ogen uit, alleen al de grootte van de opgravingen is indrukwekkend, net als de prachtige mozaïeken. Ik vergaapte me aan de herkenbare gebouwen, die nog altijd een complete stad vormen. Ik kreeg helaas niet genoeg tijd om me op mijn gemak te verbazen. Daarvoor is een weekend echt te kort. Daarom nam ik mij al diezelfde middag voor om snel terug te gaan en dan meer tijd in te ruimen.
We ontmoetten een groep studenten die in het kader van het Progetto Ostia Marina aan het graven waren. Ik was nooit bij een archeologisch project geweest maar ook dit is iets dat je grijpt. Lees op www.romanports.org het boeiende interview dat Gerard hierover maakte met professor David, de grote man van het Ostia Marina Project.
Weet ik nu alles van de havens in de omgeving van Rome? Nee, zeker niet. Niet eens een heel klein beetje. Ik ben er geweest en ik heb van archeologen en deskundigen een aantal dingen opgepikt. Maar de vraag hoort volgens mij ook helemaal niet te zijn of je er alles van weet. De vraag, zo heeft deze korte reis naar Italië mij geleerd, is: ben je fan. Vind je het fijn om door die opgravingen te lopen, kun je voelen en begrijpen wat daar honderden jaren geleden is gebeurd? En misschien is de belangrijkste vraag: lukt het je om verliefd te worden op zo’n bijzondere plek? Voor mij is het antwoord ja, dat kan ik. Ik kan me inderdaad voorstellen hoe een zeeman aankwam in de haven en direct in de stad zijn vertier ging zoeken, hoe de handelaren hun pakhuizen vollaadden, hoe de visboer zijn verse vis verkocht vanuit een winkel, hoe de inwoners zich ontspanden in de thermen en hoe kwajongens door de straatjes renden en geintjes uithaalden die door de eeuwen heen niet veranderd zijn. Ik kan me voorstellen hoe in het theater dames roddelden over een knappe acteur en de heren hun ogen uitkeken naar diezelfde dames. Hoe een dronken senator opgewonden in het water sprong waar naakte jonge vrouwen een dans opvoerden. Je ziet het allemaal zo voor je…Als je door een Romeinse haven als Portus of Ostia loopt voel je de geschiedenis. Die prikkelt niet alleen je nieuwsgierigheid, maar ook je fantasie. Met dat virus ben ik nu definitief besmet.