Door Mary-Jane Cuyler
Ontdekking en opgraving
De synagoge van Ostia ligt een heel eind lopen vanaf de ingang van de opgraving en bezoekers die de lange wandeling naar dit buitengewone complex ondernemen ondergaan een vreemd gevoel van serene rust. Op zelfs op de drukste dag in de zomer kun je, zonder alle toeristengroepen, in je eentje de synagoge bezoeken. Wel heb je nu bekijks van een heel andere orde, het drukke verkeer dat zich via de SS296 naar de nabij gelegenheid luchthaven Leonardo da Vinci in Fiumicino haast.
Je vraagt je misschien af waarom de synagoge in zo’n afgelegen deel van de oude stad ligt, en waarom men zo dicht langs de opgraving een snelweg heeft aangelegd. Dat op zichzelf is al een interessant verhaal. In het voorjaar van 1961 was men bezig met het aanleggen van de snelweg die leidt van Rome naar de net geopende luchthaven. De weg was zorgvuldig gepland, zodat hij in een wijde boog om het opgravingsterrein van Ostia Antica zou lopen. De stad was, net als nu, nog lang niet helemaal opgegraven, maar archeologen geloofden toch dat ze een vrij goed idee hadden hoe de stad er ooit in z’n totaal had uitgezien.
De verrassing en de opwinding van de wegenbouwers was daarom groot toen ze halverwege de aanleg op een oude Romeinse weg, de Via Severiana, stuitten en op een oud gebouw! Het oude Ostia bleek veel groter te zijn dan iedereen had verwacht.
De verrassingen bleven komen. Het hoofd van de opgravingen in Ostia, Maria Floriani Squarciapino, organiseerde al snel de opgraving van het nieuwe complex. Al meteen bij het verwijderen van de eerste laag grond vonden de opgravers twee enorme marmeren draagbalken met daarop een afbeelding van de Joodse Menora. In een andere ruimte vond men over de vloer verspreid diverse lampen voorzien van een Menora teken. Het monumentale gebouw bleek een oude synagoge.
De ontdekking haalde de wereldpers. Er was slechts weinig bewijs van de aanwezigheid van Joden in Ostia en dat plaatste de archeologen voor een raadsel, omdat de aanwezigheid van Joden in Rome al bekend was vanaf de eerste eeuw voor Chr. Dit maakte de nieuwsgierigheid naar de verdere opgraving en restauratie van het belangrijke gebouw des te groter. Naast de eerste opgravingen van 1961 werd er in 1962 een nieuwe grote campagne gestart. Kleinere opgravingen werden voltooid in 1963, 1964 en 1977.
Professor Squarciapino publiceerde verschillende artikelen over de synagoge waaronder een populair verslag in Archeology magazine. Zij trok een aantal voorlopige conclusies over de diverse fasen van de synagoge. Blijkens het gebruik van de steensoort in de oudste fase van het complex suggereerde ze dat de synagoge was gebouwd in de eerste eeuw na Chr. Door de eeuwen heen onderging het gebouw een aantal renovaties. Professor Squarciapino analyseerde de stijl van de mozaïeken en concludeerde dat de meest opmerkelijke renovatie plaats had gevonden in de 4e eeuw na Chr. Ook deze publicaties haalden de voorpagina’s van de kranten. De synagoge van Ostia was de oudste synagoge ooit in Europa gevonden.
Een “alleenstaande” synagoge?
De synagoge was gebouwd langs de oude kustlijn en had waarschijnlijk een vrij uitzicht op zee. Tegenwoordig benaderen we het complex via een groot leeg terrein. Veel bezoekers zullen verbaasd zijn dat de synagoge zo ver van de overige bebouwing van Ostia stond. Niets is verder van de waarheid.
Geofysisch onderzoek van de nog niet opgegraven delen van Ostia heeft aangetoond dat de grenzen van de stad veel verder weg lagen dan de plaats waar de synagoge staat. Opgravingen in de omgeving van de synagoge laten zien dat er tegenover de synagoge zelfs een zeer groot badhuis heeft gestaan en niet ver daarvandaan een grote villa. In tegenstelling tot wat je vandaag de dag ziet, stond de synagoge midden in één van de drukste delen van Ostia.
Recente opgravingen en studies
Als je de afgelopen zomer de synagoge bezocht hebt, zou je wellicht verbaasd hebben geconstateerd dat er nog steeds archeologisch onderzoek naar de synagoge en omliggende gebouwen plaats vindt. Professor L. Michael White, directeur van het Institute for the Study of Antiquity & Christian Origins van de Universiteit van Texas te Austin, is op zoek naar de verborgen geschiedenis van de synagoge van Ostia.
Omdat er nooit een eindverslag over de opgravingen is verschenen, moeten veel van de voorlopige conclusies van Professor Squarciapino opnieuw worden onderzocht. Professor White’s team heeft deze taak tweeledig benaderd. Allereerst hebben ze nauwgezet de duizenden nog niet gepubliceerde voorwerpen die gedurende de 60er en 70er jaren zijn opgegraven bestudeerd en gecatalogiseerd. Naast het onderzoeken van het archief heeft het team opnieuw een aantal strategische opgravingen verricht in en rondom het complex en de Via Severiana. Opgravingstechnieken zijn, net als de wetenschappelijke kennis over de voorwerpen en gebouwen, de laatste 50 jaar sterk verbeterd. Daarom is zo’n nieuw onderzoek van vitaal belang.
Professor White en zijn team zijn op dit moment bezig met de voorbereidingen van publicaties over de synagoge. Deze zullen het resultaat tonen van zowel het archief-onderzoek als van de recente opgravingen. Het team worstelt met enkele zeer lastige vragen zoals: Was het complex al vanaf het begin bedoeld als synagoge of diende het eerst een ander doel? Was er een Mikwe, ofwel een ritueel badvertrek in de synagoge en zo ja, waar? Hoe lang was het complex in gebruik en wanneer werd het gebouwd? We zullen moeten wachten op de uiteindelijke publicatie voordat we deze en andere vragen beantwoord krijgen. We kunnen al wel verklappen dat het team sterk bewijs heeft gevonden dat de eerste bouwfase dateert van iets later dan de eerste eeuw na Chr. We moeten bedenken dat de eerdere hypothese over een gebouw uit de eerste eeuw van Professor Squarciapino gebaseerd was op het steengebruik van de muren. Vijftig jaar later komen archeologen steeds meer tot de conclusie dat de juiste datering vaak niet met slechts stenen en metselwerk is vast te stellen.
Dat geldt ook voor de theorie van de 4e-eeuwse verbouwingen. Deze was gebaseerd op de stijl van de mozaïeken. Net als met het metselwerk beginnen archeologen ook hun ideeën over de datering via mozaïeken te herzien. Dr. Daniela Williams is de munten-specialist van het team uit Texas. Bij het bestuderen van de munten die gevonden waren bij de opgravingen in de 60er jaren ontdekte ze, dat vele exemplaren gevonden waren onder de mozaïekvloer. Toen ze deze munten beter bekeek zag ze, dat sommige uit de late 4e eeuw en zelfs de late 5e eeuw stamden. Dit betekende dat de synagoge in ieder geval in de 5e eeuw belangrijke vernieuwingen had ondergaan, en daarom dus zeker een eeuw later dan verondersteld in gebruik was.
Een gebouw met veel functies
Alhoewel we bij een synagoge vaak denken aan ontmoetingsplaatsen en plaatsen voor religieuze riten, is er bewijs voor uiteenlopende activiteiten in het gebouw. Deze kaart toont de plattegrond van het gebouw met genummerde ruimtes. Er zijn drie aparte gebouwen: IV.17.1, het hoofdgebouw van de synagoge, IV.17.3, een gebouw met onbekende functie dat vernietigd werd door de aanleg van de moderne snelweg, en IV.17.2, waarschijnlijk een gebouw met een huishoudelijke functie. In de laatste bouwfase van de synagoge betrad men het complex bij ruimte 1, die leidde naar een open binnenhof. Het gebouw zelf was toegankelijk door treden in Kamer 8, die diende als de belangrijkste entréehal. Kleinere kamers links en rechts waren gedecoreerd met mozaïekvloeren. Een mozaïek in kamer 8 scheen drie rituele voorwerpen weer te geven: een drinkbeker, een brood en waarschijnlijk een boekrol. Lopend langs grote zuilen komt de bezoeker aan in de Hal van de Assemblee, het hart van de synagoge. De gebogen Thora Schrijn, waarvan de achterzijde gericht is naar Jerusalem (het oosten), was de plaats voor de heilige boeken. De beroemde zuilen met de menora’s flankeren de Thora Schrijn. De zuilen zijn overigens kopieën. Het ene origineel staat naast het museum van Ostia en het andere is te zien tijdens diverse tentoonstellingen.
Teruggekeerd naar de ingang van het complex vindt men aan de rechterzijde vanaf de entrée, bereikbaar via enkele treden, Kamer 10. Elke bezoeker ziet meteen wat het doel van deze kamer was: in een hoek zien we een grote oven voor het bakken van brood en een bank met een grote marmeren plaat die waarschijnlijk bedoeld was om voedsel te bereiden. In deze kamer zijn de menora-lampen gevonden. Aansluitend aan Kamer 10 is een groep van kamers (15, 16 en 17), die, tijdens de laatste fase, ook gebruikt werden voor het bereiden van voedsel. De lage bank in Kamer 16 was waarschijnlijk om eten te koken op draagbare vuurpotten. Enkele jaren geleden vond het team uit Texas achterin Kamer 17 een grote afvoerpijp. Er werd dus ook water gebruikt in deze kamer. De enorme ruimte van Kamer 18 blijft een beetje een mysterie. Professor Squarciapino ontdekte de restanten van brede banken langs de muren van de kamer, hetgeen suggereert dat het wellicht een eetzaal was. Nu bleken er in het midden van de kamer een aantal afvoerpijpen te zijn, hetgeen zou kunnen suggereren dat er wellicht water werd verzameld, of dat het een ruimte was met een open dak.
Het grote, smalle gebouw naast de synagoge (IV.17.2) schijnt een relatie te hebben gehad tot de synagoge, maar haar exacte functie is onbekend. De ingang via Kamer 1 was groot, maar waar hij ook naar toe leidde, men liep via de trap in Kamer 2. Kamer 3 diende als opslagruimte. Kamer 4 was alleen bereikbaar van buitenaf en niet via de hoofdingang. De ruimte was geplaveid met een eenvoudig zwart-wit mozaïek. In de uiterste achterzijde van het gebouw was een kleine, alleraardigste fontein of nymphaeum.
De synagoge is op vele manieren een iconisch voorbeeld van het verleden, het heden en de toekomst van de arhceologie in Ostia. Haar ontdekking deed het besef van de uitgestrektheid van de oude havenstad radicaal veranderen en het verschafte cruciaal bewijs voor de aanwezigheid van een bloeiende Joodse gemeenschap die generaties standhield. De uitgebreide opgravingen en ontdekkingen onder Professor Squarciapino hebben moderne archeologen voorzien van uitgebreid materiaal om te bestuderen en te heronderzoeken met de vernieuwde technieken en benaderingen. Overal in Ostia creëren archeologen nieuwe kennis uit oude ontdekkingen. Deze studies leggen de fundering voor de toekomst van de archeologie.
(uit het Engels vertaald door Gerard Huissen)
This text has been published under a Creative Commons License CC BY-NC-SA 4.0 . Feel free to publish it on your websites, blogs etc. under the following conditions: You must give appropriate credit, mention the author and provide a link to this original publication and to the license indicated above. You may not use the material for commercial purposes.
Noten- Foto 1: Een marmeren draagbalk met de Menora zoals ter plaatse gevonden in 1961 (M.F. Squarciapino, "La Sinagoga di Ostia", Bolettino d'Arte oktober-december 1961, figuur 12).
- Foto 2: Eerste bladzijde van Prof. Squarciapino's artikel over de synagoge in Archaeology magazine, september 1963.
- Foto 3: Resultaat van geofysich onderzoek uitgevoerd door het Deutsches Archaeologisches Institut. De zwarte lijnen geven de opgegraven delen aan, de rode lijnen die delen die nog onder de grond zitten. De synagoge in in blauw omcirkeld. De brede witte strook geeft de lokatie van de moderne weg aan.
- Foto's 4, 5 en 6: Mary-Jane Cuyler.
- Foto 7: Plattegrond van het complex door L. Michael White (ostiasynagogue.worldpress.com).
- Foto's 8, 9, 11 en 12: Gerard Huissen.
- Foto 10: Archaeology magazine, september 1963, pagina 195.