Alexandrië werd gebouwd door Alexander de Grote, maar hij bouwde niet de eerste haven op die locatie. Al in 1900 voor Chr. waren er havenfaciliteiten in het toenmaals geheten dorp Rhacotis ten behoeve van de kustvaart en bevoorrading van het eiland Pharos 2. Volgens Homerus had het eiland zelf ook een haven. Deze laatste haven is aan de noordzijde van het tegenwoordige Ras et-Tin onderwater deels terug gevonden.
De reden dat Alexandrië wereldwijd bekend was en is, is te danken aan Alexander de Grote, die de naar hem genoemde stad bouwde en aan zijn opvolger, Ptolemaeus I Soter (redder), die de haven liet bouwen. Om een goed inzicht te krijgen over het waarom moeten we terug naar het jaar 332 voor Chr. toen Alexander het eiland Tyrus&nbps;3aanviel en na een lange en moeilijke strijd ook daadwerkelijk innam.
Keuze van de locatie
In zijn haast de hele wereld te veroveren zal Alexander niet blij zijn geweest met de lange weerstand (januari – augustus 332 voor Chr.) die de Fenicische stad Tyrus bood alvorens zich over te geven. Toen Alexander de stad niet vanuit zee kon innemen bouwde hij een kilometer lange weg tussen het vaste land en het eiland om Tyrus vanaf land te kunnen verslaan 4.
De overeenkomst tussen het eiland Tyrus en het eiland Pharos is opvallend, vooral als wordt bedacht dat Alexander, net als bij Tyrus, ook een weg liet bouwen tussen het vasteland van Egypte en het eiland Pharos. Bovendien kreeg Pharos daardoor, net als Tyrus, een dubbele haven. Het is daarom plausibel te veronderstellen dat hij de situatie van Tyrus kopieerde toen hij besloot een havenstad in Egypte te bouwen. Maar waarom uitgerekend op die plek?
Vlak nadat Egypte was veroverd bezocht Homerus Alexander in een droom waarin hij enige regels uit de Odyssee citeerde. Hierin kwam ook een passage voor die refereerde aan het eiland Pharos in de Middellandse Zee. De volgende ochtend reisde Alexander naar Pharos en staande op de rotsen van het eiland keek hij naar een vergeten, onsamenhangend stuk kuststrook waar de archaïsche haven inmiddels in zee was verdwenen. Hij herkende de overeenkomst met Tyrus, zag de positie aan de westoever van de rivier de Nijl tussen de zee en het Maryut Meer 6 in verbinding met het achterland en op dat moment stond de meest opvallende stad die de antieke wereld ooit zou zien op het punt te verrijzen.
Het ontstaan van een stad
Als we het hebben over de stad van Alexander de Grote dan denken en bewonderen we het meest gebouwen als de vuurtoren en de tempel van de Muzen (het Mouseion) met de beroemde bibliotheek. Het bouwen van een stad begint echter met het maken van een ontwerp. Alexanders chef architect Dinocrates 7 schetste een grid dat publieke en private ruimte, amusement en functionaliteit en zowel land als zee met elkaar verbond.
Dinocrates’ meesterontwerp verdween echter, zonder een spoor na te laten, nog voor de eerste steen was gelegd. Bij gebrek aan krijt om de toekomstige stadswegen, huizen, kanalen en viaducten ter plaatse te markeren gebruikte Dinocrates hiervoor gerstebloem. Maar sneller dan de landmeters de benodigde hoeken konden uitrekenen en de arbeiders de vereiste lijnen met meel konden tekenen daalden er grote zwermen zeevogels neer om de levensgrote blauwdruk voor zichzelf in te pikken. Velen zagen dit als een vreselijk voorteken voor de stad die Alexanders naam zou dragen, maar de eigen waarzegger van de generaal zag dat anders: dat de vogels zich volvraten was een teken dat Alexandrië ooit de hele planeet van voedsel zou voorzien.
Dinocrates bouwde onder meer een koninklijk paleis, tempels voor zowel Griekse als Egyptische goden, een agora (marktplaats) voor commerciële activiteiten en bijeenkomsten, woonwijken en stadsmuren. Er werden kanalen gegraven naar de Nijl en beekjes onder de hoofdstraten om de huizen te voorzien van vers water.
Hij bouwde het Mouseion met de beroemde bibliotheek, de grootste ter wereld. Als klap op de vuurpijl breidde hij zijn raamwerk uit over zee door het bouwen van een 600 voet brede landbrug van het vasteland naar het eiland Pharos, het Heptastadium 9 genaamd. Met het bouwen van deze weg creëerde hij twee havens, net als in Tyrus.
Gebruik van de havens
Het idee om een dubbele haven te bouwen is ingegeven door het feit dat er twee hoofd windrichtingen en buitengaatse golfstromen zijn. In dat geval, hetgeen overigens vaak voorkomt, is het handig om de mogelijkheid te hebben om een schip van de ene naar de andere haven te verplaatsen, om zo onder alle omstandigheden de beste bescherming te kunnen bieden tegen golfbewegingen. Na de constructie van het Heptastadium werd Pharos een schiereiland dat perfect aan deze criteria voldeed: aan de westzijde werd de haven Eunostos gebouwd (de commerciële haven); aan de oostkant de Grote haven (Portus Magnus).
Schepen konden via doorgangen in het Heptastadium van de ene naar de andere haven worden overgebracht zonder uit te hoeven varen. Over deze doorgangen waren bruggen gebouwd. Helaas vond er al snel aan beide zijden van het Heptastadium sterke verzilting plaats die resulteerde in een landengte tussen het eiland en het vasteland. Dit geologische verschijnsel heet ‘tombolo’. De reden was de nabijheid van de monding van de Nijl bij Rosetta. Het sediment van de Nijl werd door de golven langs de kust gevoerd en zette zich af tegen het Heptastadium.
Alexander was overigens zeker geen zeeman. Hij verbrandde bijvoorbeeld, als symbolische daad, zijn schepen nadat hij met 300 triremes (galeien met drie rijen roeiers) in Azië was ontscheept na het doorkruisen van de Hellespont (de Dardanellen). Na het stichten van Alexandrië op 20 januari 331 voor Chr. bleef hij daar slechts enkele maanden.
Hij heeft dan ook nooit verkozen om de haven van Alexandrië te zien als basis voor zijn marinevloot, hetgeen zijn opvolgers (met name Ptolemaeus II Philadelphus) wel deden. Hij moet overigens wel van zijn leermeester Aristoteles, die hem elf jaar eerder adviseerde, de les hebben onthouden om een uitweg naar zee te creëren om "...gemakkelijk op twee fronten te kunnen opereren..." bij een vijandelijke aanval vanaf land en vanaf zee, maar ook om "...producten te kunnen importeren die je niet in je eigen land vindt, en het overschot van je eigen producten te kunnen exporteren". De stad is inderdaad gesitueerd op een strook land tussen de Middellandse Zee en het Mariotis meer (het huidige Maryut meer) waaraan een rivierhaven is gebouwd. Deze laatste haven staat in verbinding met de rivier de Nijl en de Rode Zee via een kanaal dat ooit gegraven was door farao Ramses II en dat door Ptolemaeus II weer werd hersteld. Drie eeuwen later, toen Strabo 12 Alexandrië bezocht (rond 25 voor Chr.) waren de piraten in dat deel van de Middellandse Zee al enige decennia daarvoor door de vloot van Pompeius verdreven en floreerde de handel dankzij de rust die de Romeinen hadden gebracht.
Alexandrië had bijna een miljoen inwoners van diverse afkomst. Het importeerde cederhout uit Libanon, wijn, olie enzovoort. Het exporteerde graan naar Rome en papyrus over de hele Middellandse Zee. Aan het begin van de christelijke jaartelling exporteerde de stad jaarlijks meer dan 150.000 ton graan naar Rome. In dit artikel zullen we ons focussen op de haven ten oosten van het Heptastadium, de Portus Magnus.
PORTUS MAGNUS
Totale layout
Archeologisch onderzoek in Alexandrië, uitgevoerd door Franck Goddio 13 van het Europese Instituut voor Onderwater Archeologie, heeft het havencomplex uit de tijd van de Ptolemaeën blootgelegd. Deze koninklijke havens boden bescherming aan de Egyptische vloot van oorlogsschepen, bestaande uit honderden galeien waarvan sommige zeer groot waren. Het havencomplex bestond uit drie havens die waarschijnlijk gebouwd waren tussen 300 en 250 voor Chr. tijdens de Hellenistische periode, meer dan 200 jaar voor de komst van Julius Caesar in 48 voor Chr. Deze havens zijn derhalve meer dan 200 jaar ouder dan de havens in de nabijheid die tot nu toe zijn onderzocht, zoals die van Caesarea in Israël. Helaas bestaan er geen documenten uit die periode die betrekking hebben op de bouw van deze havens en zijn we dus aangewezen op veronderstellingen op basis van onze huidige kennis en op de enige antieke tekst die er bestaat over maritieme constructies in het algemeen van de hand van de Romeinse architect Vitruvius 14.
Laten we beginnen met datgene wat voor alle scheepvaart geldt, wind en golven. We mogen er redelijkerwijs vanuit gaan dat de conditie van de wind en de golven nauwelijks zijn veranderd door de jaren heen. Huidige statistieken laten zien dat de wind en de golven rondom Alexandrië tijdens de zomermaanden voornamelijk uit het noordwesten komen en tijdens de wintermaanden uit het noordoosten 16. Dit was ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van de haven omdat, zoals we reeds eerder zagen, dit juist de reden was om een dubbele haven te bouwen.
De eerste logische reactie zou dus zijn om de haven tegen het Heptastadium aan te bouwen, in de luwte van het Pharos Eiland, waar nu de lokale vissers hun boten beschermen tegen de noordwestenwind. Dit argument was kennelijk echter weinig doorslaggevend, omdat de drie havens die nu ontdekt zijn juist aan de andere kant waren gelegen, onder Kaap Lochias, de huidige Kaap Silsileh, waar het koninklijke paleis zou hebben gestaan. Dit oostelijke deel van de Baai van Alexandrië heeft relatief gesproken meer last van golven die vanuit het noordwesten komen en dat betekende dat het noodzakelijk was om een beschermende golfbreker te bouwen, de ‘Diabathra’, als aanvulling op de natuurlijke bescherming die er was van de riffen die toentertijd nog boven het water uitstaken (zie foto 8).
Een verklaring waarom de havens aan de oostkant van de baai waren gesitueerd zou de reeds genoemde verzilting kunnen zijn aan de kant van het Heptastadium. Er wordt aangenomen dat de constructie van de haven op zijn vroegst begon tijdens de regering van Ptolemaeus I Soter (hij besteeg de troon in 304 voor Chr.). Er waren toen al 25 jaren verstreken sinds de bouw van het Heptastadium. Dit is lang genoeg om verzilting te vormen, hetgeen de bouwers wellicht deed besluiten om de havens ergens anders te bouwen. De toegang tot de havens kon dus alleen worden bereikt door langs de riffen in het westen en zuiden te varen.
De drie de havens hadden een verschillende capaciteit: de eerste haven was ongeveer 7 ha, de tweede haven ongeveer 13 ha met waarschijnlijk 800 meter aan kades, de derde haven was ongeveer 16 ha groot met waarschijnlijk 1250 meter aan kades. Het grootste deel van Portus Magnus werd ingenomen door de Heptastadium Baai (tussen de derde haven en het eiland Pharos): ongeveer 100 ha met 1000 tot 2000 meter strand.
Havenconstructies
De derde haven is dus de grootste en gebruikt het eiland Antirhodos (zie foto 3) als natuurlijk bescherming tegen het slaan van de golven. Het eiland was volledig ontwikkeld als de plaats voor een koninklijk paleis en kades die uit grote, ter plaatse gegoten, betonblokken bestonden. Restanten van de houten constructies zijn gebruikt voor carbon-14 datering en tonen het bestaan aan van een archaïsche constructie in de vorm van een dubbele rij palen.
Er zijn twee soorten havenconstructies gevonden in Alexandrië: de beschermende golfbrekers en kades. De binnenste golfbrekers die elk één van de drie havens beschermen bestaan uit een glooiende helling aan de zeezijde en in de meeste gevallen aan de benedenwindse kant een kade gemaakt van gemetselde blokken. De kades waren gemaakt van hout (houten platforms op palen of op kolommen gemaakt van steenblokken). De laatste kunnen in drie soorten worden onderverdeeld:
- zonder mortel: bewerkte steenblokken met wellicht een vulmiddel tussen de zijden;
- met mortel, maar zonder pozzolana: massieve blokken cement op de wal gegoten in houten bekisting;
- met mortel en pozzolana: massieve blokken onderwater gegoten in houten bekisting 17.
De vroege Alexandrijnen hadden geen ervaring met pozzolana toen ze de eerste Portus Magnus bouwden. We mogen er dan ook vanuit gaan dat elk groot blok cement waarschijnlijk op de wal werd gebouwd in een caisson, dat vervolgens naar zijn positie boven de toekomstige kade werd gevaren en aldaar van ballast werd voorzien, waardoor het naar de bodem zonk en terecht kwam op een van te voren geprepareerde fundering. Het caisson moest voldoende waterdicht zijn en drijfvermogen hebben om het blok beton drijvend te houden (het moet gezegd dat de Egyptenaren al eeuwen grote blokken bewerkte steen zoals obelisken en zuilen tot wel honderden tonnen aan gewicht over water hadden vervoerd; ervaring was er dus wel 18).
Het zou al voldoende zijn als het caisson 2.5 tot 3 keer langer was dan het betonblok, dat een soortelijk gewicht heeft van ongeveer 2.5. In dit geval zou de draagkracht dus net zo groot zijn als het gewicht van het blok. Dit verklaart ook zowel de aanwezigheid van houten balken en planken onder het blok als de aanwezigheid van verticale en schuine balken in het beton om het gehele caisson een stevigheid te geven tijdens het varen en afzinken. Ook wordt hiermee de afwezigheid verklaard van verticale planken, daar deze moeten zijn verwijderd en hergebruikt nadat het cementblok de bedding op de bodem had bereikt. De grote cementblokken die ontdekt zijn in de derde haven van Alexandrië hebben wel pozzolana en moeten dus van latere datum zijn. Het blok bestaat uit afwisselende lagen van cement en platte stukken kalksteen. De aanwezigheid van 3-4 cm dik grenenhout onder de blokken verraadt dat ook hier gebruik moet zijn gemaakt van een houten drijfcaisson.
De dubbele rij olmen palen die ontdekt is aan het einde van het eiland Antirhodos is ouder dan de bovengenoemde cementblokken (400 voor Chr.). De dubbele rij verdwijnt overigens onder recenter vulmateriaal en grote blokken.
De aanwezigheid van mortel aan de lage kant van de palen geeft aan dat deze rij moet zijn geplaatst op het droge, dus toen het water nog lager stond. Met andere woorden, deze palen kwamen pas onder water te staan na de bouw. De dubbele rij palen is vermoedelijk het restant van een oude houten kade. De zuidelijke rij bestaat uit gegroefde palen (14 x 14 cm) waarin grenen planken van 4 cm dikte werden gestoken om zo een houten scherm te creëren dat vallende stenen en aarde moest tegenhouden. De noordelijke rij bestaat uit eenvoudige palen die houten planken droegen en ongeveer 1 meter diep in het water zijn verankerd. De noordelijke rij staat op een afstand van 1,5 – 1,8 meter van de zuidelijke.
We mogen hopen dat deze onderzoekingen pas het begin zijn van een lange reeks, die ons meer informatie zal geven over de techniek van het bouwen van oude havens en dat dit deel van de Baai van Alexandrië snel gevrijwaard zal worden van het bouwen van nieuwe constructies, of beter nog, zal worden omgebouwd tot een onderwater museum.
Bronnen
- The Guardian: The story of cities, part 1: How Alexandria laid foundations for the modern world by Jack Shenker (14-3-2016).
- Franck Goddio: Alexandria - The Submerged Royal Quarters, Publ. Périplus Ltd, London 1998.
- Arthur de Graauw, http://www.ancientportsantiques.com/a-few-ports/alexandria/
- Noten
- 1: Alexandrië zoals afgebeeld in Assassin's Creed: Ubisoft.
- 2: Mark Depauw, "Alexandria, the Building Yard", Chronique d'Egypte 75 (149), pp. 64–65.
- 3: Tyrus, de grootste en belangrijkste stad van de Feniciërs, was zowel op de kust van de Middellandse Zee als op het vlakbij gelegen eiland gelocaliseerd. Het eiland had twee havens gericht op de kust. In de tijd van Alexander de Grote lag het eiland ongeveer één kilometer van de kust af en had aan de oostzijde muren die 46 meter hoog vanuit zee staken.
- 4: N. Stafford, "How geology came to help Alexander the Great", Nature News, geraadpleegd 2007-05-17.
- 5: Het Maryut meer: een meer net achter Alexandrië. Hier is ook de beroemde steen van Rosetta.
- 7: Griekse archtitect. De naam Dinocrates betekent 'heer van de wonderen’.
- 8: Otto Puchstein (6 Juli 1856, Labes – 9 Maart 1911, Berlijn) was een Duits klassiek archeoloog.
- 9: Heptastadium genoemd omdat de lengte zeven maal die van een Grieks stadium (lengtemaat van ongeveer 185 meter) was.
- 10: Het Mouseion met de bibliotheek werd compleet verwoest, niet in de laatste plaats door het opkomende christendom. Het Serapeum was een extra depot.
- 11: Foto: Matthias Kabel.
- 12: Rond de jaren 30-25 voor Chr. bezocht de historicus en geograaf Strabo Alexandrië samen met de Romeinse prefect van Egypte Aelius Gallus. Lees hier wat Strabo over de stad en de haven vertelt (Strabo, Geographia XVII 1) http://www.alexandrianlibrary.org/?page_id=252.
- 13: Franck Goddio is een maritiem archeoloog. Zie http://www.franckgoddio.org/.
- 14: Zie http://www.ancientportsantiques.com/ancient-port-structures/vitruvius/.
- 15: Romeinse trireme op een mozaiek uit Tunesie. Foto: Maciej Szczepańczyk, Wikimedia Commons.
- 16: Lees ook ons artikel over Winter Shipping.
- 17: Lees ook ons artikel over Pompeiopolis.
- 18: Een obelisk bestemd voor het circus van Nero (nu op het St. Pietersplein in Rome), opgericht voor de Egyptische ‘Farao’ Hatshepsut, werd door Caligula vanuit Karnak per schip vervoerd naar Rome. Het schip werd daarna afgezonken en gebruikt als fundering van de vuurtoren van Ostia-Portus.