10 Nov 2022

AQUILEIA- Het tweede Rome

De voorgeschiedenis
“De Romeinen uit die tijd (eind tweede eeuw voor Chr.) en zelfs tot in de dagen van onze eigen herinnering (ten tijde van Julius Caesar) geloofden dat het strijden tegen anderen een kwestie van dapperheid was, maar tegen de Galliërs was het een strijd om te overleven.” 1

Figuur 1: Overgave van Rome in de 4e eeuw voor Chr.2

De Romeinse historicus en geschiedschrijver Gaius Sallustius Crispus (86-38 voor Chr.) geeft ons de reden waarom na de overwinning op Carthago in 146 voor Chr. de aandacht van de Romeinen zich focuste op het noorden van Italië dat werd bevolkt door Keltische stammen.
Naast de metus Punicus (angst voor de Puniërs) was er ook de zgn. metus Gallicus ('angst voor de Galliërs'), die teruggaat tot de legendarische plundering van Rome door de Galliërs in het begin van de 4e eeuw voor Chr.3
De Gallische stammen bevolkten reeds enige eeuwen het noordelijke deel van het huidige Italië en probeerden soms het Italiaanse schiereiland binnen te dringen. Eén van die pogingen werd in 225 voor Chr. door de Romeinen verijdeld in de slag bij Telamon. Ze trokken Cisalpine Gaul (Gallië aan deze kant van de Alpen4) binnen en veroverden en vernietigden Mediolanum (Milaan). Dat was de eerste keer dat de Romeinen de rivier de Po over staken. Om hun gebied te vrijwaren van deze aanvallen stichtten de Romeinen in 218 voor Chr. kolonies ten zuiden van de rivier de Po bij Placentia (Piacenza) en Cremona.
De strijd met de Galliërs werd uiteindelijk pas beslist in 191 voor Chr. waarbij de steden Placentia en Cremona werden versterkt en er in 189 voor Chr. een nieuwe Latijnse kolonie werd gesticht, Bononia (Bologna). Twee jaar later werd de via Aemilia aangelegd die Placentia verbond met Ariminum (Rimini) aan de Adriatische kust.

AQUILEIA
In 186 voor Chr. trokken er wederom 12.000 Galliërs over de Alpen. Dit keer met de bedoeling om op een stuk grond in de regio Veneto een stad te bouwen. Livius spreekt over “een plaats niet ver verwijderd van de plaats waar nu Aquileia ligt.” 5

Figuur 2: De regio ten zuiden van de Alpen

Ondanks dat de Venetianen niet onder Romeinse controle stonden en de Galliërs geen agressieve bedoelingen hadden was dit toch zo verontrustend voor Rome dat zij troepen verzamelden om het bouwen van een nieuwe stad te voorkomen. De Galliërs gaven zich echter meteen over en lieten Rome weten dat ze aan de andere kant van de Alpen overbevolkt waren en dat armoede en onvruchtbaarheid van de grond hun tot deze immigratie hadden gedwongen. De senaat was echter niet te vermurwen en stuurde ze terug, overigens met behoud van hun meegevoerde goederen. Het stukje stad dat de Galliërs ter plaatse al hadden gebouwd werd met de grond gelijk gemaakt. Aan de Venetianen werd niets gevraagd.
De Istri ('Histriërs') in het onmiddellijke oosten waren helemaal niet blij met het stilzwijgend in bezit nemen door Rome van het grondgebied van de Venetianen. Er dreigde al snel een nieuwe oorlog. Om die reden besloten de Romeinen vlakbij een nieuwe kolonie te bouwen, Aquileia, bedoeld als vooruitgeschoven post tegen de Istri.
Via een nieuwe "wet" zou formeel worden beslist over de aard van de kolonie, hoeveel kolonisten zouden worden aangeworven met welke status en hoe groot de omvang van de kolonie moest zijn. De commissarissen om kolonies te stichten, steevast triumviri 6, werden vervolgens gekozen (voor een vastgestelde periode van drie jaar) door de comitia tributa (comité van stammen). Deze driekoppige commissie bepaalde de grenzen van het grondgebied van de kolonie, wees grond toe aan haar kolonisten, beoordeelde eventuele geschillen die tussen hen uitbraken, of tussen de kolonisten en de inheemse bevolking, presenteerde de grondwet voor de nieuwe gemeenschap en benoemde de eerste ambtsdragers en priesters. Om hen in staat te stellen deze taken efficiënt uit te voeren, kregen de commissarissen imperium (bevoegdheid) om naar eigen goeddunken te handelen in naam van het Romeinse volk. Ze werden ook voorzien van ondersteunend personeel, uitrusting, vervoer, kleding en fondsen.

Figuur 3: Kalkstenen gedenksteen met naam Manlius uit
de tweede helft van de tweede eeuw voor Chr. 11

De 'Founding Fathers'
Volgens Livius was de oudste Publius Cornelius Scipo. Hij was eerder in zijn carrière als senator lid geweest van een koloniale commissie als een van de triumvir coloniae deducendae (raad van drie voor het stichten van een kolonie) om de kolonie Venusia (Venosa) te leiden7. In 191 voor Chr. had hij als consul de Gallische stam de ‘Boii8 overwonnen.
Het tweede commissielid, Gaius Flaminius, was een succesvol commandant geweest in Hispania Citerior 9, eerst als praetor (magistraat)10 en vervolgens, tussen 193 en 190 voor Chr, als propraetor. Belanrijker echter was het feit dat hij in 187 voor Chr, samen met M. Aemilius Lepidus, Ligurië verwoestte en de Friniates en Apuani (stammen uit Ligurië) versloeg. Verder liet hij een weg aanleggen van Bononia (Bologna) naar Arretium (Arezzo).
Het derde lid was L. Manlius Acidinus Fulvianus, kortweg Acidinus. Deze Acidinus was vlak hiervoor door Rome als ambassadeur naar de regio gestuurd om de trans-Alpijnse Galliërs te verbieden een nieuwe stad te bouwen en terug te sturen over de Alpen. Acidinus was generaal geweest tijdens de Punische oorlogen, stond hoog in aanzien en werd volgens Cicero in die tijd beschouwd als een ‘vir bonus en egregius civis’ (een goede man en een uitstekende burger). Hij was praetor geweest in 188 voor Chr. en zou in 179, bijna 10 jaar later, consul worden.
Van deze drie kon er maar een de eigenlijke leider zijn en daarmee, tijdens de jaarlijkse viering van de geboorte van de stad, worden aangewezen als de stichter.
Van de twee eerste is geen geschreven bewijs bewaard, maar wel van Manlius. Op een relatief dunne kalkstenen cippus (gedenksteen), 73 cm hoog en 56 cm breed, is de volgende tekst vermeld:

L . MANLIUS . L . F
ACIDINUS.TRIV.VIR
AQUILEIAE.COLONIAE
DEDUCUNDAE

L(ucius) Manlius, zoon van L(ucius) Acidinus, triu(m)vir voor de stichting van de kolonie Aquileia.
Hij wordt hier overigens niet specifiek genoemd als de stichter van de kolonie, maar herinnerd als een van de drie. Het is wel vreemd dat de andere twee leden niet worden vermeld.

De stichting van een kolonie

Figuur 4: Artist Impression van Aquileia (Jean-Claude Golvin)

De triumviri konden beginnen met het werven van de inwoners. Er was reeds besloten om een colonia juris latini (Latijnse kolonie op te zetten) en geen colonia ciuium Romanorum (Romeinse kolonie)12. De kolonisten kregen niet alle voorrechten die burgers van Rome wel hadden en Romeinen die vrijwillig naar de kolonie vertrokken verloren daarmee hun geboorterecht. De reden hiervoor lag in het feit dat de senaat in Rome Aquileia praktisch te ver van Rome vond liggen.
Hoe Aquileia aan haar naam kwam is niet geheel onomstreden. Toen Livius sprak over over “een plaats niet ver verwijderd van de plaats waar nu Aquileia ligt.” (zie boven) bestond er nog helemaal geen Aquileia. Er is wel een late traditie zegt dat bij de stichting een adelaar rechts voorbijvloog en zijn naam aan de stad gaf. Tegenwoordig houdt men het echter op een gunstige gelatiniseerde versie van de naam van het Venetische Akylis, met een knipoog naar de gunstig klinkende oorspronkelijke stad op deze plaats.
Uiteindelijk meldden zich duizenden moedige zielen, ongetwijfeld aangetrokken door de aangeboden materiële voordelen.
De Latijnse kolonie Aquileia werd in 181 voor Chr. gesticht op het in agrum Gallorum (grondgebied van de Galliërs). Drieduizend infanteristen kregen elk vijftig iugera (1 iugerum is ¼ hectare), centurions honderd, equites (cavalerie) honderdveertig. Een oorlog met de Istri liet niet lang op zich wachten. De Romeinen voerden als rechtvaardiging aan dat de Istri zich bemoeiden met de vestiging van de kolonie.
Het militaire karakter van de kolonie stond vanaf het begin vast. Met dit verschil dat Aquileia tegelijkertijd een werkgemeenschap zou zijn. Degenen op het niveau van centurion13 en hoger zouden de kans krijgen om 'herenboeren' te worden, en voor iedereen bestond de mogelijkheid om uit de rijke Friulaanse vlakte een comfortabel overschot te produceren.

Figuur 5: Reliëf van de symbolische stichting van een stad 14

De stad werd volgens een ingewikkelde religieuze ceremonie officieel ingewijd waarna het de naam kreeg toegewezen. Dit alles gebeurde, zoals boven reeds verteld, door slechts één van de drie triumviri (naar voorbeeld van de stichting van Rome):
"Met de priesterlijke trompet (salpinx), die de Romeinen in hun taal lituus noemden, naar het woord lite (gebed), sprak [Romulus] de naam van de stad (polis) uit ... Een stad werd genoemd met drie namen, een geheime (of mystieke) naam (telestikon), een priesterlijke (hieratikon) en een publieke (politikon)"15.

Aquileia

Figuur 6: De ligging van Aquileia

Na het toewijzen van het beloofde land aan de nieuwe kolonisten en het bepalen van de grote van de nieuwe vesting moest er een muur omheen worden gebouw; de republikeinse muur.
Opgravingen tussen de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw hebben aangetoond dat het hier waarschijnlijk om een gebosseerde constructie16 ging. Na reconstructie van de opgravingsresultaten bleek het vroege fort rechthoekig te zijn geweest (langwerpig in noord-zuid richting) met een omtrek van iets meer dan 3.000 meter en een oppervlakte van ongeveer 40 hectare. Het fort zou uitgekeken hebben op de bocht van de Natiso rivier. De vraag is natuurlijk of dit fort in een keer gebouwd is of in diverse fasen. Archeologisch bewijs en literair bewijs spreken elkaar hier tegen wat betreft de oorspronkelijke grootte van het stadscentrum.
Livius suggereert een oorspronkelijke, veel kleinere omtrek die, na de uitbreiding van de kolonistenbevolking in 169 voor Chr, naar het noorden toe werd vergroot. Het gehele grondgebied van Aquileia wordt gecalculeerd op zo’n 400 km2 waarbij rekening werd gehouden met de diverse aanwezige lagunes. Het gebied besloeg waarschijnlijk de gehele Friuli vlakte van Tagliamento in het westen tot de Timavo rivier in het Oosten en van de kustlijn in het zuiden tot aan de heuvels van Udine in het noorden. 

plattegrond Aquileia2
Figuur 7: Plattegrond Romeins Aquileia (naar Luisa Bertacchi)

Het burgerlijk centrum was relatief bescheiden. Het forum (6), het belangrijkste plein van de stad, besloeg slechts 1,87 % van de stedelijke ruimte (ter vergelijking: het forum van Luca besloeg 3,5 %). In zekere zin was niet het stedelijk centrum het hart van de gemeenschap, maar het land eromheen. De stad zelf was niet groot genoeg om alle kolonisten te huisvesten. De sporen van huiselijke architectuur lijken aan te tonen dat Aquileia overeenstemde met het patroon van andere nederzettingen in Noord-Italië.
Er zijn tot nu toe geen insulae (flatgebouwen) gevonden zoals in Ostia. Toch was er een duidelijke burgerlijke structuur - tot op zekere hoogte een kopie van de republieken van Rome en Midden-Italië. Er is een comitium (plaats van politieke vergadering) gevonden (7). We vinden magistraten op inscripties en tevens een senaat.
In de 1e eeuw na Christus was Aquileia een bloeiende stad, gelegen op een kruispunt van handelswaar tussen de Middellandse Zee en het Europese vasteland. Verschillende monumentale werken, waaronder de rivierhaven aan de Natiso rivier, getuigen van die rijkdom. In de oudheid liep de rivier ten oosten van de stad.
De Griekse geograaf Strabo meldt over Aquileia: "Er is een binnenvaartroute voor koopvaardijschepen, via de rivier Natiso, over een afstand van meer dan zestig stadia. Aquileia is een handelsplaats voor de Illyrische stammen die bij de Ister wonen; de laatsten laden hun wagens en vervoeren de producten van de zee, de wijn in houten kruiken en de olijfolie naar het binnenland, in ruil voor slaven, vee en huiden”.

Figuur 8: Antoninus III (Caracalla), Philippopolis Thraciae. 
Munt uit Aquileia 198–217 na Chr. 17

De in alle opzichten zeer gunstig gelegen nederzetting ontwikkelde zich snel tot een sterke militaire voorpost en tot een belangrijk industrieel en commercieel centrum (o.a. barnsteen uit de baltische landen). Mede hierdoor werd Aquileia in de keizertijd de hoofdstad van de Italische regio X (Venetië en Histria) en buiten Rome de enige stad met een eigen munt.
Vele keizers en hun familieleden bezochten Aquileia waaronder Marcus Aurelius die er een lange tijd verbleef hetgeen de stad een grote welvaart bezorgde.
Tijdens opgravingen zijn diverse woonhuizen, putten, tempels, badhuizen en een Romeinse begraafplaats aan het licht gekomen. Nog altijd zijn diverse vloermozaïeken, zuilen en ornamenten te bewonderen.

 

Figuur 9: Huizencomplex in Aquileia18
Figuur 10: Mozaïek wordt afgedekt19

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De haven 

Figuur 11: Ruïnes van de rivierhaven van Aquileia 20
Figuur 12: Reconstructie haven met het pakhuis (foto Fondazione Aquileia)

Aquileia beschikte al zeer vroeg over een haven. Weliswaar een rivierhaven maar een van de best bewaarde voorbeelden van havenstructuren uit de Romeinse tijd. Ze was gelegen in een tak van de rivieren Natisone aan de oostkant van de oude stad. De rivier was op die plaats bijna vijftig meter breed.
De havenfaciliteiten, opgegraven in de dertiger jaren van de vorige eeuw, strekken zich uit over een lengte van 100 meter en lopen vlak langs de republikeinse stadsmuren op de rechteroever van de rivier. De opgegraven structuren stammen uit het begin van de eerste eeuw na Chr. en waren boven op veel oudere haveninstallaties gebouwd.
In die eerste eeuw werden er in Aquileia vele architectonische projecten voltooid, waaronder dus speciale aandacht voor de verbetering van het havensysteem. Er kwamen kademuren van Istrische steen, pieren en pakhuizen over een lengte van driehonderd meter waarvan de bakstenen muren van de lange zijden gedeeltelijk bewaard zijn gebleven (zie figuur 13). Ondanks de lengte was het bouwwerk vrij smal, namelijk niet meer dan dertien meter breed. Het complex werd mogelijk gebruikt als opslagplaats voor goederen en voor kantoren. Het gebouw kon worden betreden via ten minste twee poorten, voorafgegaan door een trap. Waarschijnlijk liepen de opritten van de verbinding met de stadswegen onder het gebouw door.
Laat in de tijd van Constantijn werd het grote gebouw nog verder uitgebreid: getuige daarvan zijn de fundamenten van de pilasters die nu zichtbaar zijn binnen en buiten de oorspronkelijke omtrek. 

Figuur 13: Resten van de pakhuizen21

Het havensysteem was ook verbonden met de kleine dokken aan de secundaire waterwegen en aan bevaarbare kanalen ten noorden en ten westen van het stadscentrum.

Figuur 14: Opgravingen bij het Anfora kanaal

Het Anfora kanaal maakte ook deel uit van het systeem: een buitengewoon kunstmatig project aan de westelijke rand van de stad dat zich uitstrekte in een rechte lijn van zes kilometer en uitmondde in de huidige Marano Lagune.
De kades bestonden uit een krachtig systeem van rechtopstaande kalksteenplaten met daarop in elkaar grijpende parallellepipedumvormige blokken, die werden gebruikt als laad- en losvloeren.
Ongeveer twee meter onder de kade hielp een lange loopbrug de dokwerkers bij het laden en lossen van kleinere boten.
Vanaf het lagere niveau verbonden dwars op de kades gelegen hellingbanen de kades met de stadswegen. Deze werden ook gebruikt voor de brede hellende vlakken die toegang gaven tot de pakhuizen.

Figuur 15: Bootfragment gevonden in het Anfora kanaal

Bovenop de kades zijn de ruïnes van een stevig bouwwerk van ongeveer drie meter dik nog zichtbaar. Het bouwwerk werd in de late oudheid (4e eeuw) toegevoegd aan de rivierinstallaties. De rivier, die toen al door verzilting veel smaller was geworden, fungeerde nauwelijks nog als haven maar leverde wel een extra verdediging op voor de nieuwe muurring, die was voorzien van torens.
Op een later tijdstip (waarschijnlijk in de 5e eeuw) werd een geheel nieuwe stadsmuur toegevoegd om de oudere te versterken. Deze kwam nog iets verder te liggen in wat over was van de rivierbedding.
Bij opgravingswerkzaamheden in 1988 zowel als in 2005 zijn er fragmenten van twee Romeinse schepen gevonden in het Anfora kanaal. Deze schepen waren gebouwd volgens het ‘genaaide’ planken systeem23 in tegenstelling tot het meer gebruikelijke pen-en-tenen systeem.

Aquileia's cruciale rol als rijk commercieel kruispunt tussen de Middellandse Zee en continentaal Balkan Europa is gedocumenteerd door duizenden vondsten en bevestigd in de woorden van de geograaf Strabo: "Aquileia [...] kan worden bereikt door de rivier Natisone op te varen met handelsboten van meer dan zestig stadia”

  • Bronnen
  • - The literary, archaeological, epigraphic and topographical evidence for the foundation of Aquileia. Tom Hillard and J. Lea Beness. Macquarie University
  • - Aquileia a border city. Fondazione Aquileia
  • - https://www.fondazioneaquileia.it/it
  • - Stilus.nl
  • - ciaotutti.nl
  • - Fragments of Boats from the Canale Anfora of Aquileia, Italy. Carlo Beltrame and Dario Gaddi- The International Journal of Nautical Archaeology (2013)


  • Noten
  • 1: Sallustius, The Jugurthine War 114.2
  • 2: Gravure "Histoire de France en cent tableaux" by Paul Lehugeur, Paris, 1886
  • 3: Slag aan de Allia in 390 voor Chr. Waarbij de Senones, een Gallische stam, de Romeinen op de vlucht dreven en de stad plunderden.
  • 4: De Po vallei en Venetië in het oosten.
  • 5: Liv. 39.22.6; cf. 39.45.6; and 39.54.3
  • 6: Een lid van een triumviraat (college van drie personen met specifieke verantwoordelijkheden)
  • 7: Livy 31.49.6
  • 8: Boii – stam uit Noord-Italië die betrokken was bij de verovering van Rome in de 4e eeuw voor Chr.
  • 9: Spanje was toen verdeeld in twee provincies Hispania Citerior (Het Nabije Spanje) en Hispania Ulterior (Het Verre Spanje)
  • 10: Letterlijk ‘voorganger’
  • 11: CIL V, 873 [= CIL 12, 621] = Inscrip. Aqu. I, 27 = ILLRP 324 = IEAquil. 1 (Museo Archeologico Nazionale di Aquileia)
  • 12: Een Romeinse kolonie bestond alleen uit Romeinse burgers met alle rechten van een Romein; een Latijnse kolonie was een gemeenschap van Latijnen en Romeinen met minder rechten.
  • 13: Centurion was een sociale klasse die hier voor het eerst werd gehanteerd.
  • 14: Relief (National Archaeological Museum of Aquileia). Met een ploegschaar worden symbolisch de grenzen van een stad bepaald (naar de rite van Romulus bij de stichting van Rome)
  • 15: Joannus Laurentius Lydus, 6e-eeuwse Byzantijnse administrator en schrijver. Mensibus 4.73, pp. 124–25
  • 16: Bekleding van het metselwerk met aan de voorzijde ruw gehouwen blokken natuursteen om een fors, weerbaar of elitair karakter te suggereren.
  • 17: Aquileia, National Museum. The Archaeological Heritage Office of Friuli-Venezia Giulia
  • 18: Foto www.corvinus.nl /
  • 19: Foto www.timetravelturtle.com
  • 20: Foto Carole Raddato
  • 21: Foto Gianluca Baronchelli
  • 22: Foto www.fondazioneaquileia.it
  • 23: Type houten boot waarvan de planken zijn genaaid, gestikt, gebonden of samengebonden met pezen of flexibel hout, zoals wortels en wilgentakken.

 

Waardeert u ons werk?

Wordt lid van Roman Ports en ontvang het boek of doe een donatie!

Wordt lid en steun ons
Recente artikelen & projecten

De teruggevonden vloot van Pisa

De teruggevonden vloot van Pisa

 

In 1998 werd bij toeval een ongelooflijk archeologisch erfgoed ontdekt in de buurt van het station Pisa San Rossore....

Lees meer...

Leptiminus

Leptiminus

Op de plaats van het huidige Lamta aan de oostkust van Tunesië lag al in de oudheid een havenstad met de naam Leptis Minor ....

Lees meer...

Romeins Zeehandelsrecht

Romeins Zeehandelsrecht

 

Het Romeinse recht is het fraaiste monument dat Rome aan West-Europa heeft nagelaten....

Lees meer...

Sullecthum (Salakta)

Sullecthum (Salakta)

In de Sahel, in de Tunesische provincie Madhia vinden we aan zee het kleine stadje Salakta....

Lees meer...

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

.....waarschijnlijk gesticht door Julius Ceasar in het noord-westen van Sardinië.

Lees meer...
Laatste nieuws

About Roman Ports

Amor and PsycheWe are committed to providing versions of our articles and interviews in several languages, but our first language is English.

Please become a member of the Facebook group, which is our main communication platform. There you can learn about upcoming events and items of interest, post your own photos, or share any stories or general questions you may have.

If you have specific questions about our organisation, questions about financial issues, if you would like to assist in the production of our online magazine, or if you have specific requests or ideas for content, use our contactform below. You can contact us in any language!