Door Ahmed Fergiani
Voorwoord
Onze kennis over de antieke overzeese handel via de Middellandse Zee is voornamelijk gebaseerd op gedichten, mythen, fabels, opschriften die achtergelaten zijn op gebouwen, objecten en antieke brieven. Deze kennis zou echter onvolldig zijn als we ook niet de beschikking hadden over een andere belangrijke bron van informatie, de mozaïeken. Op Romeinse mozaïeken zien we heel veel bewijs van de handel en transport van goederen en de logistiek die nodig was voor het bevoorraden van het Romeinse amfitheater met wilde dieren. De mozaïeken die in gebieden rond de Middellandse Zee zijn gevonden zijn het ultieme bewijs van de vele goederen die Rome meer dan drie eeuwen lang importeerde via haar haven Ostia. Om beter te kunnen begrijpen hoe die overzeese handel er uitzag zullen we enkele van de mozaïeken uit Afrika en Sicilië, waarop die handel en de havens staan afgebeeld, bespreken.
Romeinse mozaïeken uit Noord Afrika en Sicilië.
Toen de Romeinen hun rijk uitbreidden aan het einde van de Punische oorlogen werden er duizenden vloer mozaïeken vervaardigd om de villa’s van de Afrikaanse bovenklasse in de stad en op het platteland te verfraaien. Tussen de eerste en zesde eeuw na Chr. werd deze kustvorm veelvuldig toegepast, met name in de Romeinse provincie Africa Proconsularis, dat het gebied van het moderne Tunesië en het westen van Libië besloeg.
Deze kunstwerken staan bekend om hun figuratieve voorstellingen van alledaagse bezigheden bij onder anderen de handel over zee en geven een zeer goede indruk van de Romeinse havens in Noord Afrika waar de belangrijkste export naar Rome vandaan kwam.
Rome’s havenstad Ostia ligt aan de mond van de river de Tiber, zo’n 15 miles verwijderd van Rome. Een reis van Afrika naar haar bestemming Rome duurde, volgens Plinius de Oudere, tussen de drie en vijf dagen2.
De handel, het inschepen en de logistiek werden uitgevoerd door vele Middellandse Zee handels-en vervoersmaatschappijen, waarvan sommige in Ostia werden vertegenwoordigd door agenten die werkten in de zogenaamde stationes (handelskantoortjes) op wat tegenwoordig de Piazzale delle Corporazioni3 wordt genoemd. Dit was een groot, deels overdekt plein achter het theater waar nog steeds vele unieke zwart/wit mozaïeken, uitgevoerd in Opus Tesselatum, met afbeeldingen van de overzeese handel te zien zijn.
Ostia geeft een helder beeld van hoe het ontladen en de logistiek eruit zag. Het was namelijk onmogelijk voor de grote zeeschepen om in de Tiber stroomopwaarts te varen naar Rome. Kleinere schepen, Lenunculus genoemd, konden dit wel. Voor het overslaan van de lading in deze schepen waren echter veel slaven en/of arbeiders nodig. In één van de stationes (statio 25) zien we twee schepen met de kiel naar elkaar toe afgebeeld terwijl een arbeider amforen van het ene schip in het andere brengt (foto 2).
Eenzelfde soort scene van het uitladen van schepen, in dit geval hout, zien we op de mozaïeken uit de Tunesische stad Chemtou (foto 4).
De naves onerariae waren schepen die speciaal uitgerust waren voor het vervoeren van deze handel via de Middellandse Zee naar Rome. De schepen werden voornamelijk aangedreven door windkracht en waren, in verband met hun lading, relatief breed.
Alhoewel de in Noord Afrika gevonden mozaïeken een nogal schetsmatig beeld van de schepen geven, tonen ze ons wel informatie over sommige technische aspecten. De schepen exporteerden goederen als olijfolie, slaven, wilde dieren, wijn en een vissaus, Garum genoemd.
Uit Dougga (Tunesië) komt een mozaïek met een scene in een eetkamer (foto 5). Dit mozaïek was waarschijnlijk bedoeld als uitnodiging voor de gasten om te gaan genieten van hun maaltijd en de wijn. Het mozaïek toont twee reusachtige slaven die wijn schenken uit twee amforen. Op de rechter amfoor staat in het Grieks geschreven PIE (drink!), waarop de linker amfoor antwoord met het Griekse woord ZHCHC (en je zult leven!).
De al genoemde vissaus, Garum, werd geïmporteerd vanuit de vele Noord Afrikaanse havens waar de visvangst één van de activiteiten van de plaatselijke bevolking was. Een bijvoorbeeld hiervan is te zien op een mozaïek uit Leptis Magna in Libië (foto 6).
Een ander onderdeel van de Romeinse overzeese handel bestond uit de import van wilde dieren uit Afrika die meestal werden afgeslacht in het Colosseum in Rome.
Weer andere dieren, waaronder krokodillen, hyena’s en gazellen, werden waarschijnlijk ook gebruikt in triomf parades of tijdens de Venationes, a typisch volksspektakel dat bestond uit het vechten met dieren en het vechten van dieren onderling. Deze Venationes werden gesponsord door de keizer of rijke burgers die sommige van deze dieren overigens ook gebruikten om hun villas mee op te leuken.
Een spectaculair voorbeeld hiervan zien we op een mozaïek uit de 4e-eeuwse Villa Romana del Casale in het Siciliaanse stadje Piazza Armerina (foto 7), waarop het transport van deze dieren op een Romeins schip is te zien.
Ook een ander belangrijk onderdeel van de overzeese handel zien we afgebeeld op de mozaïeken, de vuurtoren. Eén van de belangrijkste is de afbeelding van de beroemde vuurtoren van Alexandrië op een Byzantijns mozaïek uit de Libanese stad Qasr (foto 8). Deze stad werd overigens toen nog steeds door ‘heidenen’ bewoond, ondanks de triomf van het Christendom na het jaar 313.
Ook op de Piazzale delle Corporazioni in Ostia zien we veelvuldig een vuurtoren afgebeeld. In dit geval de vuurtoren van Claudius in Portus (zie ‘Overzeese handel’).
De tocht over de antieke Middellandse Zee was overigens geen ‘walkover’. Ruwe zeeën leverden een groot gevaar op en de Romeinse zeelui geloofden dat goddelijke hulp onontbeerlijk was bij het onder controle houden van de onbekende krachten op zee.
Er zijn veel Noord Afrikaanse mozaïeken die de angst en de noodzaak van die goddelijke hulp illustreren.
Het mozaïek van de Nijl Villa in Leptis Magna (foto 9) is een goed voorbeeld van wat een storm of ruw weer betekende voor de scheepslui. Het mozaïek laat angstige cupido’s (zeelui) zien die zich met hun schip naar een haven spoeden, voortgedreven door een harde wind zoals we kunnen zien aan de opbollende zeilen. Andere cupido’s geven de voorkeur om op de rug van snelle dolfijnen in plaats van op de boot de haven te bereiken. De haven, aan de rechter zijde afgebeeld, is de haven van Leptis Magna.
Piraten waren een ander gevreesd obstakel tijdens de oversteek waarvoor zeelui goddelijke hulp nodig hadden. Op een Tunesisch mozaïek uit het Bardo museum (foto 10) zien we Dionysius met zijn panters in een boot terwijl hij piraten verslaat door ze te veranderen in dolfijnen. Een duidelijk voorbeeld van goddelijke interventie.
Een mozaïek uit de Marokkaanse stad Volubulis (foto 11) toont een zeilende Venus, zinnebeeld van voorspoed, vrede en goddelijke genegenheid.
- notes:
- 1: Mozaïek uit Veii (Isola Farnese) Tegenwoordig Badisches Landesmuseum Karlsruhe in Duitsland. Foto: Carole Raddato
- 2: Plinius: Nat. Hist. 19,3-4
- 3: Zie het artikel 'Overzeese Handel'
- 4: Foto 3: Laura Maish-Bill Storage
- 5: Mozaïek uit Chemtou (Tegenwoordig in het Bardo museum)
- 6:Mozaïek uit Dougga (3e eeuw na Chr.). Foto Dennis Jarvis
- 7:Villa van de Nijl, vlakbij Leptis Magna in Libië. 2e eeuw na Chr. Tegenwoordig in het Jamahiriya museum-Tripoli.
- 8:Mozaïek uit de Villa Romana del Casale. Pizza Armerina Sicilië. (3e eeuw na Chr.).
- 9:Foto 8: David Stanley.
- 10: Ulysses mozaïek. Bardo National museum, Foto: Dennis Jarvis
- 11: Mozaïek uit het Huis Navigium Venerus in Volubilis (Marocco)