Een verslag door Gerard Huissen
'Il museo fantasma di Fiumicino riaprirà, ora è ufficiale.' Met deze tekst opende de Italiaanse nieuwssite “Pontile News” op 3 maart 2017 het uiteindelijke en definitieve besluit om het maritieme museum van Fiumicino te restaureren en te heropenen. Het museum, dat om veiligheidsredenen al in 2002 werd gesloten, herbergt de vijf best bewaarde antieke romeinse schepen:
(Fiumicino 1 en 2) Twee van de schepen worden geïdentificeerd met de caudicariae schepen die bekend zijn uit de oude bronnen. Deze caudicariae, een soort van grote rivierschepen, werden gebruikt voor het vervoer van goederen van de zeehaven naar Rome. Ze werden, zonder zeilen, met behulp van touwen door mannen (de helciarii), of ossen getrokken over een jaagpad op de oever van de Tiber. Dit systeem werd overigens gebruikt tot het einde van de negentiende eeuw.
(Fiumicino 3) Dit is ook een rivierschip, maar kleiner van omvang ten opzichte van de vorige.
(Fiumicino 4) Dit scheepje, uitgerust met een vierkant zeil, was een schip geschikt voor kustvervoer of de visserij.
(Fiumicino 5) Daarnaast is er een kleine boot voor de visserij uitgerust, met een compartiment genaamd bun in het midden voor het transport van de vis. De onderkant van de bun was geperforeerd, zodat de interne circulatie van het water in de bun de gevangen vis in leven hield.
Naast de diverse schepen werden er ook talrijke objecten tentoongesteld die verband houden met het leven en de uitrusting aan boord van de schepen en soorten materialen die de schepen vervoerden zoals marmer, amforen etc. Vele van deze objecten zijn teruggevonden in schepen die waren gezonken binnen de haven van Claudius.
De restauratie van het museum, die zo’n 1,7 miljoen euro bedraagt, zou begin 2019 klaar moeten zijn.
De 15 afgelopen jaren
Elk jaar als ik naar Ostia ging reed ik langs het museum, waarin ik jaren voor de sluiting een kijkje had mogen nemen. Ik stapte dan meestal even uit mijn auto om op de gesloten deur te lezen dat er nog steeds geen nieuws was. Al die jaren hetzelfde: het museum was dicht en leek ook voor eeuwig dicht te blijven. Toch stopte ik niet altijd voor niets.
Ook rondom het museum is van alles te zien als je er oog voor hebt. Wist je dat de ruwe blokken marmer die achteloos naast het museum liggen ook allemaal als voormalige scheepslading zijn opgegraven uit de voormalige haven van Claudius?
De capitaneria
Ten oosten van het museum steken de contouren van een klein gebouw af tegen de lucht. Als je er vanaf het museum naar toe loopt zie je dat het een klein, opgegraven complex is waarvan een gedeelte, ter bescherming van een mozaïek, is overkapt en afgesloten. Het gaat hier wellicht om een zogenaamde capitaneria, het gebouw waar de douane en de havenmeester kantoor hielden. De achterzijde heeft een kleine helling, die wellicht werd gebruikt voor schepen.
De opgraving ligt open en vrij, met uitzondering dus van die ene ruimte. Het gebouw staat aan het begin van de de noordpier van de haven van Claudius (sommige archeologen menen dat dit niet de pier was, maar een deel van de havenkade 3). Het gebouw werd opgegraven in de zestiger jaren van de vorige eeuw en stamt oorspronkelijk uit de tweede eeuw na Chr.
De pieren van Claudius
Ten westen van het museum kan je nog een groot deel van de noordpier van de haven van Claudius zien (zie rode lijn A op fig. 2). Visueel wellicht niet zo spectaculair, maar als je je realiseert waar je staat en hoe het geweest is, met rondom water, dan loop je kans dat je fantasie met je op de loop gaat.
De haven van Claudius, gebouwd rond 42 na Chr., besloeg 200 hectare en was voorzien van een noord- en een zuidpier. In de havenmonding, tussen de twee uiteinden van beide pieren, was een kunstmatig eiland gecreëerd waarop de bekende vuurtoren was geplaats (zie artikel: ’De begraven haven’). De basis van dit eiland was het afgezonken schip waarop de obelisk die nu op het Sint Pietersplein in Rome staat werd getransporteerd. Ondanks deze pieren was de haven niet bepaald veilig. Stormen teisterden de schepen in de haven, waardoor er een groot aantal alsnog zonk. Daarnaast bleef dichtslibbing van de haven een groot probleem. Trajanus kwam met een oplossing door de bouw van een nieuwe, meer landinwaartse, haven die in verbinding stond met de oude haven van Claudius. Het havencomplex, Portus genoemd, groeide uit tot een enorm logistiek centrum, dat uiteindelijk de belangrijkste haven van Rome werd en deze functie tot minstens het einde van de 6e-7e eeuw na Chr. behield. Van deze maritieme infrastructuur was de capitaneria een belangrijk onderdeel.
Noten- 1: Foto: Betasom.
- 2: Zie ook het artikel 'De begraven haven'.
- 3: Zie http://www.ostia-antica.org/portus/c004.htm.
- 4: Tekening plattegrond: Testaguzza 1970 p. 99.