……… van Tauroentium, Olbia, Antipolis, Nicaea, en de zeehaven van Augustus Caesar, genaamd Forum Julii . die tussen Olbia en Antipolis ligt, en op afstand van Marseille ……
Strabo Geography §4.1.9
…… de door Vitellius ontslagen veteranen die zich nu vrijelijk herbewapenden en Forum Julii bezetten, waar Paulinus het meeste gezag had omdat het zijn geboorteplaats was …….
Tacitus Histories §3.34
Uit de oudheid zijn vele citaten overleverd die verwijzen naar de oude naam van Fréjus; Forum Iulii (markt van de familie Iulii). Het eerste citaat van Strabo1 zegt iets over haar ligging en het tweede van Tacitus2 over de reden van haar stichting zoals we later zullen zien.
Dat de stad zo vaak wordt genoemd is niet zo verwonderlijk. In haar hoogtijdagen was Forum Iulii de stad met een van de drie belangrijkste marinebases van de Romeinse vloot in de westelijke Middellandse Zee3. Maar laten we beginnen bij het begin.
Het ontstaan
Het gebied in zuid Frankrijk waar ons verhaal zich dit keer afspeelt is gelegen tussen de massieven van Esterel en Maures. Het gebied dat werd doorsnede door de rivier de Argens werd bewoond door Keltisch-Ligurische stammen.
In 122 voor Chr. werden deze stammen door de Romeinse legioenen onder leiding van Sextius Calvinius4 onder de voet gelopen en stichtten de laatst genoemde een nieuwe stad Aquae Sextiae (het huidige Aix-en-Provence). Aanvankelijk vestigden de Romeinen zich meer landinwaarts en lieten slechts een smalle kuststrook over aan de Massaliotes, de inwoners van Massalia (hedendaagse Marseille).
In 118 voor Chr. stichtten de Romeinen Colonia Narbo Martius (het huidige Narbonne) in de eerste provincie van Gallië, Provincia Romana 5.
Massalia, oorspronkelijk een havenstad gesticht door de Grieken, bestaat dan al zo’n 600 jaar. Toch besluit Julius Caesar (waarschijnlijk in 49 voor Chr.) naast Massalia een tweede haven te bouwen, mede omdat de oude haven Massalia de kant van Pompeius had gekozen in de strijd tegen Julius Caesar7. Massalia werd belegerd en verloor zijn vloot en zijn schatkist.
Een tweede reden was de behoefte aan een nieuwe haven op een strategisch knooppunt van wegen; de Via Iulia Augusta (tussen de Rhône en Italië) en de Via Domitia (tussen Spanje en Italië).
De locatie voor deze nieuwe havenstad, Forum Iulii, werd een klein rotsachtig voorgebergte dat uitkijkt over de vallei van de Argens.
In 31 voor Chr. stationeerde Julius Caesar een groot deel van de schepen van de vloot van Antonius en Cleopatra, die bij de slag bij Actium waren verslagen, in de haven van Forum Iulii. De haven werd door de Romeinse geschiedschrijver Tacitus “claustra maris” (toegang tot zee) genoemd.
Tussen 29 en 27 voor Chr. maakt Octavianus, de latere keizer Augustus, van Forum Iulii een kolonie voor de veteranen van het 8e legioen en krijgt het de toevoeging Octavanorum Colonia 8 en enige jaren later maakt hij de stad zelfs tot hoofdstad van de provincie Narbonensis.
De snelle ontwikkeling van Forum Iulii maakte de stad al gauw tot een van de belangrijkste havens in de Middellandse Zee en, zeker tot aan de tijd van Nero, de op één na belangrijkste haven binnen het Keizerrijk na Ostia.
Onder Tiberius werden de meeste monumenten, die nu nog zichtbaar zijn, gebouwd; het amfitheater, het aquaduct, de vuurtoren, de baden en het theater. De stad besloeg in haar hoogtijdagen een oppervlakte van 35 hectare en had een indrukwekkende muur van 3,7 km. Forum Iullii groeide uit tot een belangrijke commerciële havenstad waar vandaan ambachtelijke, agrarische en visproducten alsmede groene zandsteen werden verscheept naar alle hoeken van het Romeinse Rijk.
Het legerkamp
In de jaren 80 van de vorige eeuw werden een kilometer ten zuidoosten van Fréjus de constructies van een Romeins kamp teruggevonden. Het gaat hier waarschijnlijk om de overblijfselen van het ‘camp de la flotte’, het kamp van de vloot van de Romeinse generaal Agrippa (vriend van keizer Augustus). De oudste elementen dateren uit het begin van onze jaartellng11. Het kamp was ongeveer 24 ha groot maar er is slechts voor een deel toestemming gegeven om te bestuderen; met name de kazerne, een magazijn en het badhuis.
Er verbleef tussen het einde van de eerste eeuw voor Chr. tot de helft van de eerste eeuw na Chr. een legioen soldaten (zo’n 5.000 à 6.000 mannen) in het kamp.
De kustlijn en de Haven
Bodemonderzoek op archeologische vindplaatsen zoals het Théâtre d'Agglomération en de Villa Romana hebben het mogelijk gemaakt om met precisie de positie te reconstrueren van de kustlijn in de vroege dagen van de Romeinse bezetting (fig. 5). Op de rotsen werden duidelijke sporen van zee-erosie gevonden die dateren van voor de bouw van het theater, evenals overblijfselen van zee weekdieren die getuigen van het slaan van de golven op de rotsen12. Achter deze rotsachtige kustlijn lag een strandwal, gemarkeerd door een opslagplaats van de Romeinse villa in de vorm van een stapel versteende tegulae (dakpannen). Dit strand werd rond het midden van de eerste eeuw voor Chr. ontwikkeld en werd begrensd door een parallel aan het strand lopende uitlijning van eiken palen, waarvan de uiteinden tijdens opgravingen werden teruggevonden. Achter die palen waren grote zandsteen blokken geplaatst voor de stabiliteit en om het zand vast te houden.
Enkele decennia later, tegen het einde van de eerste eeuw voor Christus, werd het gebied omgebouwd tot een tuin en werden er direct in het zand kuilen voor planten gegraven waarvan sommige bekleed waren met een halve amfoor. De regelmatige afstand en de afwisseling van grote en kleine kuilen doen denken aan een pleziertuin die gerelateerd kan zijn aan een gebouw dat dateert van voor de thermen van Villeneuve13. Dit badhuiscomplex, gelegen in het perceel naast de tuin, is deels gebouwd op een ander gebouw dat waarschijnlijk stamt uit de zelfde periode dat de tuin werd aangelegd.
Al deze overblijfselen getuigen van de vroege bewoning van de noordelijke flank van de lagere vallei, achter de strandwal. In een tijd waarin stedelijke ontwikkeling op de het voorgebergte van Fréjus zich begon zich organiseren was het land waarschijnlijk nog vrij waterrijk zoals blijkt uit het voortbestaan van een watermassa in de gesloten lagune (2) in figuur 5.
Aan de zuidkant van de vallei zien we daarentegen tot op de dag van vandaag een lagune (3) die in open verbinding staat met de zee.
De vaststelling van de juiste positie van de kustlijn werpt ook een ander licht op de ontwikkeling van de oude haven van Forum Iulii, nu volledig is gedempt. Deze lag op meer dan een kilometer verwijderd van de huidige kustlijn.
Aan de hand van vroeger onderzoek ging men er vanuit dat de haven was gebouwd in een lagune of een min of meer uitgegraven moeras16. Het belangrijkste argument hiervoor was de onregelmatige vorm van het havenbekken. In het zuiden en oosten zijn de grenzen, door nog behouden delen van de kades, goed te traceren. In het noorden blijkt die grens moeilijker te bepalen.
Aan het einde van de zuidelijke kade heeft men een 100 meter lange muur gevonden die waarschijnlijk diende als golfbreker (figuur 6 M11 en M12). Lang heeft men gedacht dat de ingang van de haven aan de westzijde lag en dat men de zee kon bereiken via een 1,5 km lang kanaal, het ”canal de Craponne” en “Béal des Moulins” ten noorden van de Butte St. Antoine. Aan het einde van dat kanaal zou dan een buitenhaven hebben gelegen die tegen de westelijke golven en wind was beschermd door die golfbreker.
De onlangs verkregen onderzoek resultaten tonen aan dat het kanaal uit de 16e eeuw dateert en dat de bodem van de haven uit zeezand bestaat en niet uit lagunaire slib. Derhalve kunnen we concluderen dat de ingang van de haven altijd aan de oostkant (M11) is geweest en vrij toegankelijk was vanuit zee. De oorspronkelijke golfbreker bestond uit de gehele zuid kade tot M7 en moest naast wind en golven ook ten tijde van Augustus het zand weren dat werd aangevoerd door de rivieren Argens en Reyran.
In de 1ste eeuw na Chr. is de golfbreker verlengd (M12) om de aanzanding van de ingang van de haven te stoppen.
Het kanaal uit de 16e eeuw heeft waarschijnlijk niets met de haven te maken en diende wellicht, getuige de naam, als toelevering van water naar de aldaar aanwezige molens.
De oorspronkelijke haven uit het eind van de 1e eeuw voor Chr. lag dus in een kleine beschermde baai aan de oostkant van de Butte St Antoine.
Archeologie is van weinig hulp bij het dateren van de vestiging van de haven: de schaarste aan opgravingen die in de omgeving ervan zijn verricht verklaart waarom geen van de thans zichtbare overblijfselen archeologisch gedateerd kan worden.
Na gedetailleerd heronderzoek stelt Chérine Gébara echter voor om de oudste structuren, de zuidelijke en oostelijke kade en de gemetselde structuur die de westzijde begrensd (figuur 6 M17) te dateren in de tijd van Augustus17.
Het havenbekken stond in directe verbinding met de zee, zonder enig toegangskanaal of buitenhaven, zoals blijkt uit een monster genomen ten westen van de haven.
De brede ingang van het bassin was waarschijnlijk voorzien van twee vuurtorens, aan de uiteinden van de zuidelijke en oostelijke kade19.
Op het einde van de oorspronkelijke golfbreker M11 zou de “Lantaarn van Augustsus” als lichtbaken hebben gediend. Met de Romeinse vrede verloor Forum-Julii zijn militaire functie en werd een commerciële havenstad, maar het bereikte nooit de grootsheid van Arles of Nîmes. De haven heeft altijd moeten vechten tegen verzanding. In de 12e eeuw was er nog een druk verkeer. In de 16e eeuw was de haven bijna volledig verdwenen en in de 18e eeuw werd het vervangen door een landbouwgebied.
- Bronnen
- - Topostext.org
- - Frédérique Bertoncello et alii - Fréjus Romaine La ville et son Territoire
- - Ballade Historique sur les traces de Fréjus la Romaine
- - Arthur de Graauw
- - Wikipedia
Noten- 1: Strabo-Grieks geograaf, historicus en filosoof (63 voor Chr. - 23 na Chr.)
- 2: Publius, Cornelius Tacitus- Romeins consul, historicus, schrijver en redenaar. (56 – 117 na Chr)
- 3: Gascou en Janon, 1985: p. 18-21
- 4: Gaius Sextius Calvinius – Consul van de Romeinse republiek
- 5: Lees ook: 'Narbonne, poort tot de Keltische wereld'
- 6: Foto: J-M Gassend (2006) in Gébara (2010)
- 7: Romeinse burgeroorlog 49 – 45 voor Chr.
- 8: Plinius de Oudere, Histories, III, 35
- 9: Foto: Patricia.fidi (Wikipedia)
- 10: Foto: J.C. Golvin
- 11: Opgravingen uit jaren 80 zijn uitgevoerd door Christian Goudineau en Daniel Brentchaloff
- 12: Excoffon, Devillers, 2006; Devillers et alii, 2007
- 13: Excoffon, 2011
- 14: Naar F. Bertoncello
- 15: Kaart naar F. Laurier en C. Gébara
- 16: Lentheric, 1880
- 17: Gebara, Morhange, 2010 : p. 81, 113-116
- 18: Foto : Roamin’ The Empire
- 19: Gassend et alii, 2010