15 Aug 2020

Tabernae in Ostia

Voorwoord:
Veel van onze verhalen gaan over de historie van een Romeinse havenstad, de ontwikkeling, de bouw van de haven en de handel die werd gedreven. Af en toe willen we ook iets laten zien van het dagelijkse leven in een Romeinse havenstad. Hoe zag het dagelijks leven eruit? Hoe reilde en zeilde zo’n stad?
Vandaag wilde ik, aan de hand van een artikel van de Nederlandse archeoloog Miko Flohr1, iets meer vertellen over de kleine middenstander in een (haven)stad, de uitbater van een winkel, bar of van een kleine werkplaats: de taberna 2.

Foto 1: Reliëf van een shop waar voedsel werd verkocht. (waarschijnlijk Ostia?)

Wat is een taberna?
Een taberna was oorspronkelijk een winkel voor de verkoop van goederen en diensten bestaande uit één kamer. Ze kwamen al voor de republiek voor in het Romeinse rijk. Vaak waren ze onderdeel van een woonhuis, waar de eigenaar van het huis de handel zelf verkocht of de ruimten verhuurde aan derden. Meestal waren er twee tabernae aan weerszijden van de fauces (hoofdingang).

Foto 2: Insula ‘Casa di Diana’ in Ostia met tabernae in de gevels.

Als in de keizertijd de bevolking sterk uitbreidt, particulieren huizen verdwijnen en er voornamelijk insulae (woonblokken met meerder verdiepingen) verschijnen, is er steeds meer behoefte aan commercieel geëxploiteerde faciliteiten. In de gevels van insulae zien we op de beneden verdieping vele tabernae en soms wordt de hele begane grond door winkels in beslag genomen. Deze winkels hadden aan de straatzijde een overwelfde opening die bijna de hele breedte in beslag nam en die ‘s avonds kon worden afgesloten met een tweetal houten deurschotten die via een sleuf in de drempel werden ingeschoven en vergrendeld.
Ogenschijnlijk was de taberna alleen maar het magazijn van een koopman, de werkplaats van een ambachtsman of de verkoopruimte voor een kleine handelaar, maar in een van de hoeken bevond zich vaak een kleine bakstenen trap van vier of vijf treden die leidde naar een houten ladder. Deze ladder gaf toegang tot een halve vliering die licht kreeg door een klein venster midden boven de deur. Deze vliering kon worden gebruikt voor opslag maar niet zelden woonden hier de huurder van de taberna met zijn gezin.
Men beweert wel dat bij een huurder die kampte met een betalingsachterstand de trap door de verhuurder werd weggenomen zodat deze was afgesneden van zijn bron van inkomsten. De gebruikelijk uitdrukking percludere inquilinum (een huurder afsluiten) stond hier dus synoniem met het dwingen van de huurder tot betaling. 

Foto 3: Taberna met aanzet trap naar vliering. Let ook op de draagbalken van de vliering.3

Als de vraag naar handelsruimte nog groter wordt worden er, zoals we zullen zien in het onderstaande artikel, ook panden gebouwd speciaal voor het creëren van tabernae; lange rijen winkels langs een straat of zelfs een soort van winkelcentrum zoals bijvoorbeeld de Marcato Traiano in Rome of de Caseggiato del Larario (I,IX,3) in Ostia (zie foto 6).

In het volgende artikel wordt u meegenomen langs het westelijk deel van de grote hoofdstraat van Ostia, de Decumanus Maximus. Deze loopt vanaf het Forum tot aan de Porta Marina, de stadspoort aan de zeekant.

 

 

 

 

 

Foto 4: Tabernae met sleuven in de drempel om de houten deuren in te plaatsen

 

Tabernae en commerciele investering langs de westelijke decumanus in Ostia
Naar een verslag van Miko Flohr

De straten van Romeinse steden waren over het algemeen bezaaid met winkels, en het publieke domein werd voornamelijk beheerst door de dagelijkse commercie. Hoe negatief er ook over deze lokale handelaren en ambachtslieden werd geschreven door sommige klassieke auteurs, het lijdt geen twijfel dat zij, met name door hun overvloedige aanwezigheid, de sfeer in menig Romeinse stad bepaalden. Zo ook in Ostia, van de republiek tot aan de laatste persoon die de stad verliet en de deur voorgoed achter zich dicht deed.
Sleutel element in deze commerciële dominantie was de taberna, een multifunctionele commerciële faciliteit die bestond uit een grote ruimte met een wijde ingang aan de straatzijde. Vaak waren er nog één of twee andere ruimtes achter of boven het hoofdvertrek.

Foto 5: Rij tabernae met ramen voor daglicht op de vliering.

In de afgelopen tientallen jaren hebben diverse wetenschappers hier al onderzoek naar gedaan.
Ray Laurence4 bracht de aanwezige winkels in Pompeï in kaart waarbij hij liet zien dat straten die dichter bij het centrum van de stad lagen meer vercommercialiseerd waren dan de straten in verder weg gelegen wijken en wat voor een impact dat had op het sociale landschap van Pompeï.
Dezelfde analyse heeft Janet DeLaine5 ook gemaakt voor Ostia. Zij maakte onderscheid tussen de verschillende type commerciële locaties die een rol speelden bij de handel en detailhandel en verdeelde de tabernae in vier basis categorieën:

    • tabernae langs de hoofdwegen;
    • tabernae horende bij belangrijke publieke gebouwen;
    • tabernae langs secondaire wegen en doodlopende straten die wel of niet van de hoofdwegen konden worden afgesloten:
    • tabernae in speciaal gebouwde als markten of bazaars.
Foto 6: Caseggiato del Larario in Ostia.

Deze onderverdeling laat naast de bezettingsgraad ook veel beter dan in oudere analyses zien wat de aard van de tabernae was.
Zowel Laurence als DeLaine analyseerden het commerciële landschap voor een bepaald moment in tijd (voor Pompeï 79 na Chr. en voor Ostia de tweede eeuw na Chr.6).
Het wordt een heel ander verhaal als we proberen te analyseren hoe dat stedelijk commerciële landschap zich door de historie heen ontwikkelde en welke mensen en beslissingen daarbij een rol speelden. Voor Ostia wordt dat vrij lastig, omdat van Ostia een groot deel van de stad, met name buiten de stadsmuur, nog niet is opgegraven.

Foto 7: Nieuwe opgravingen buiten de Porta Marina (2018)

Toch is het opgegraven deel van de stad groot genoeg om een geloofwaardig beeld op te roepen. De meest belovende benadering lijkt het bestuderen van een specifieke set van wijken op micro niveau. Daarom is hier, om verschillende redenen, gekozen voor het westelijke deel van de Decumanus in Ostia.
Een van die redenen is dat dit stuk weg een belangrijke rol speelde bij het verkeersysteem van de stad. Daarnaast speelt de aard van de omliggende gebouwen een rol als ook het feit dat er van dit deel van de stad, door archeologische opgravingen beneden het huidige niveau, ook veel bekend is over de geschiedenis van voor de tweede eeuw na Chr.
Voor we ons echter op de westelijke Decumanus zelf focussen willen we eerst in het kort een algemeen beeld schetsen van hoe het commerciële landschap in Ostia zich schijnt te hebben ontwikkeld en wat we daar van weten.

 

Het grote plaatje: commerciële investering in Ostia
Door Ostia’s specifieke historie is het relatief makkelijk om een patroon van bedrijfjes uit de 2e eeuw na Chr, en in beperkte mate later in de tijd, in kaart te brengen. Lastiger wordt het als we dat willen doen voor vroegere perioden. Het hangt vaak af van het aantal plaatsen waar archeologen beneden het Hadriaans niveau opgravingen hebben gedaan en in hoeverre deze resultaten ooit zijn gepubliceerd. Toch kunnen er een aantal algemene observaties worden gedaan.

Foto 8: Taberna tegen de oostmuur van het castrum.

Op de eerste plaats zien we, aan de hand van de huidige plattegrond van de stad, dat in de periode dat de stad zich langzaam maar gestaag uitbreidde, dus voor de grote herinrichting uit de 2e eeuw na Chr, de bouwpercelen die aan particulieren werden uitgegeven weliswaar diep waren maar ook relatief smal. Er was dan ook slechts plaats voor een gelimiteerd aantal tabernae naast de ingang van het hoofdgebouw. De commerciële activiteiten waren hierdoor dus beperkt. Het is niet helemaal duidelijk waarom dat zo was maar het toont simpel de sociaaleconomische realiteit: er was duidelijk geen behoefte aan commerciële gebouwen met een lange façade en ook waren er geen mensen die behoefte hadden of in staat waren om atrium huizen te bouwen van het formaat van de grote stadvilla’s zoals we die in Pompeï zien.
Dit patroon van bouwen bracht wel problemen mee voor toekomstige investeerders die meer wilden. Het was al moeilijk genoeg om één huis te kopen, laat staan twee of drie. Daarom bleven de eigendomsgrenzen rondom het originele castrum7 in deze periode redelijk stabiel en waren privé-investeringen zeer beperkt. Dit was natuurlijk anders als de overheid er bij betrokken was.
Daarnaast zien we ook dat er vanaf de tweede eeuw voor Chr. grote complexen met tabernae in Ostia bestonden. Deze complexen waren vooral zichtbaar in het vroege keizerrijk. Voorbeelden hiervan zien we bijvoorbeeld in de lange rij van minstens tien tabernae op de locatie van de later gebouwde Horrea van Hortensius (vroeg eerste eeuw na Chr.) langs de oostelijke Decumanus (zie foto 9)

Foto 9: Plattegrond Ostia aan het einde van de republiek met tabernae langs de muur van het castrum en de voorlopers van de Horrea van Hortensius. (tekening G. Calza)

In de vroege eerste eeuw werd er ook, waarschijnlijk door de overheid, een rij tabernae gebouwd langs de oost muur van het castrum. We zien dus in de tijd voor Hadrianus op kleine schaal prive investeringen en tegelijkertijd publieke gebouwen met lange rijen tabernae. Dit beeld verschilt overigens opmerkelijk van de meeste andere steden in Romeins Italië.

Foto 10: Porticus van Pius IX

De grote herinrichting in de tweede eeuw na Chr. laat een ontwikkeling zien van het bouwen op een nog grotere schaal, duidelijk op initiatief van de overheid. Dit zien we spectaculair terug bij de ontwikkeling van de weg tussen het Forum en de Tiber, en de porticus van Pius IX die er omheen loopt. Maar ook bij het badhuis van Neptunes waar we een porticus vinden met 24 winkels langs de oostelijke Decumanus en verschillende rondom de palaestra en de straten binnen het complex.
Op een kleinere schaal zien we ontwikkelingen in het gebied van het voormalige castrum, waar door G. Calza en G. Becatti opgravingen zijn verricht onder het niveau van Hadrianus. Cassegiato I, VIII,7, tegenover de Caseggiato del Larario bestaat bijvoorbeeld uit drie tabernae op de plaats waar er voorheen slechts twee waren.

Foto 11: Caseggiato I, VIII, 7 Drie tabernae met de restanten van twee eerdere tabernae op dezelfde plek.

De zogenoemde Casa Basilicale heeft aan de gevelzijde 6 tabernae en neemt de plaats in van 3 middelkleine atriumhuizen die waarschijnlijk elk voorzien waren van twee tabernae. Het aantal tabernae bleef dus gelijk, alhoewel de winkeliers kennelijk met een andere eigenaar te doen kregen die op een grotere schaal opereerde. Met andere woorden: de ruimtelijke dynamiek van voor de tweede eeuw na Chr. veranderde, de atriumhuizen verdwenen en hiermee ook de traditionele ruimte die huizen innamen. Het lijkt erop dat met de verhoging van de bouwactiviteiten ook het aantal winkeliers dat werkte in tabernae die onderdeel uitmaakten van een complex van winkels sterk toenam. Dit is ook terug te vinden langs de westelijke Decumanus.

Foto 12: Casa Basilicale 2e eeuw na Chr. (links) en hetzelfde complex in de republikeinse tijd (rechts). Het gearceerde deel is nog niet opgegraven en dus onzeker.

 

De Westelijke Decumanus

Foto 13: De Westelijke Decumanus en de omliggende gebouwen

De westelijke Decumanus neemt samen met de oostelijke Decumanus en de Via delle Foce een centrale positie in binnen het stedelijk wegenplan en het commercieel verkeer. Dus kon er langs deze wegen veel geld worden verdiend met het bouwen van retail faciliteiten die konden worden verhuurd. Het gevolg was dat er tussen de Bivio del Castrum (2) en de Porta Marina (4) tot aan de late antieke tijd slechts één klein deel van de façade gesloten was, ten hoogte van de Basilica Cristiana (3).
Als je kijkt naar de gebouwen rondom de Decumanus dan kan de weg in drie secties worden verdeeld. De eerste sectie loopt van de Bivio del Castrum tot aan de Via degli Aurighi (5) en de Vico Cieco (6), de tweede van de Via degli Aurighi tot de Porta Marina en de laatste van de Porta Marina tot aan het strand waar de Decumanus ophield, hoewel het verkeer zuidwaarts verder kon reizen langs de kustweg via de zijweg van de Decumanus tussen het Sanctuarium van Bona Dea (8) en de Loggia van Cartilius Poplicola (9).
Laten we de drie secties eens bekijken.

Van de Bivio del Castrum tot aan de Via degli Aurighi

Foto 14: Terme delle Sei Colonne. Twee ingangen aan
de Decumanus met elk twee tabernae.

De eerste sectie van de westelijke Decumanus had een lengte van ongeveer 150 meter, waar aan de zuidzijde8 21 tabernae lagen en aan de noordkant 20. De percelen zijn aan beide zijden gemiddeld groot waarbij opgemerkt moet worden dat ze over het algemeen dieper zijn dan breed, waardoor er aan de straatkant relatief weinig ruimte was voor tabernae. Na de bouwfase uit de tweede eeuw na Chr. was hier gemiddeld ruimte voor 3 tabernae per perceel.
Aan de zuidzijde schijnen er tijdens Trajanus of Hadrianus diverse percelen te zijn samengesmolten.
De Schola del Traiano (11)9 is gebouwd op twee oudere huizen. Hetzelfde geldt voor de Terme delle Sei Colonne (12).
Onder het huis rechts hiervan identificeerden de archeologen Calza en Becatti een klassiek atrium-peristyle huis uit de tijd van de republiek . Dat was ook het geval voor het huis tegenover de Via degli Aurighi, de Caseggiato delle Tabernae Finestrate (13).
Het aantal tabernae zal niet veel verschild hebben voor en na de tweede eeuw na Chr. Wat wel verschilde, naast het samensmelten van diverse percelen, was de context. In de tweede eeuw waren in bijna alle percelen de woonhuizen verdwenen, en dus ook de perceeleigenaren. De fysieke afstand tussen de huurder van de taberna en de eigenaar was vergroot en daarmee ook de sociale afstand.

Foto 15: Restanten van een eerder gebouw voor de Tempel van de Fabri Navales

 

 

Aan de noordkant waren de veranderingen minder spectaculair. De meeste gebouwen hadden geen woonfunctie en er zijn dan ook geen percelen samengesmolten. Zowel het gebouw op de plek van de Tempel van de Fabri Navales (scheepstimmerlui) (10), als haar westelijk buurman hadden naar men aanneemt, voor en na de tweede eeuw hetzelfde aantal tabernae. Al moet wel worden gezegd dat, met uitzondering van de Fabri Navales, er in dit gebied nog weinig onderzoek is gedaan onder het niveau van de tweede eeuw na Chr.

 

 

Van de Via degli Aurighi naar de Porta Marina
Het tweede deel van de Decumanus laat een ander beeld zien hoewel het hier ongeveer even druk was met winkels. De tweede sectie is ook 150 meter lang en had in de 2e eeuw na Chr. 24 tabernae aan de noordkant en 18 langs de zuidzijde. Echter, in plaats van omringd te zijn door gebouwen is de weg hier aan beide zijden omringd door louter rijen tabernae.
Terwijl in de eerste sectie de situatie pas na verloop van tijd zo ontstaan lijkt te zijn, schijnt in de tweede sectie sprake te zijn van een bewuste planning. Wellicht heeft de overheid, omdat de behoefte aan meer shops toen al aanwezig was, speciale lange percelen uitgegeven, parallel lopende aan de weg. Het kan zijn, alhoewel niet zeker, dat de overheid in dit gebied de belangrijkste investeerder was.

Foto 16: Caseggiato delle Trifore

Er zijn drie separate gebouwen aan de noordkant waarvan de Caseggiato delle Trifore (15) uit de 2e eeuw na Chr. met 12 tabernae het langste is. Calza10 en Becatti11 reconstrueerden onder het bestaande niveau de voorloper uit de tijd van Augustus: een rij van 9 tabernae met ervoor een porticus die drie kwart van het latere gebouw in beslag nam.
De andere twee gebouwen aan de noordzijde hebben respectievelijk twee en tien tabernae en zijn iets ouder.

Foto 17: Caseggiato della Fontana con Lucerna

Aan de zuidzijde wordt de grootste ruimte ingenomen door de Caseggiato della Fontana con Lucerna (18) met dertien winkels. Deze werden door H. Bloch12 gedateerd rond 120 na Chr.  Met dit comlex was een voor een deel opgegraven gebouw verbonden uit dezelfde periode met vier tabernae.
Met uitzondering van de Caseggiato delle Trifore is er in dit segment weinig te zien van een chronologische ontwikkeling. Dit zou kunnen inhouden dat dit segment in een relatief laat stadium is ontwikkeld en de vraag naar commerciële activiteiten tot na de Augustus periode in dit gebied laag was. Dat is misschien ook wel de reden dat zowel de Caseggiato delle Trifore als de Caseggiato della Fontana con lucerna over vrij grote tabernae beschikken. Daarnaast kan het ook zijn dat men aan de zuidzijde van dit segment grotere en luxueuzere tabernae bouwde om bepaalde soorten handel te weren. Deze winkels waren namelijk veel duurder om te huren en aantrekkelijker voor een exclusievere handel.

Van de Porta Marina richting strand
Buiten de stadspoort (Porta Marina) werd er onregelmatig en lukraak gebouwd. Er was daar ook minder economische activiteit.
Deze derde sectie is 95 meter lang en er waren slechts 11 tabernae, allemaal aan de noordzijde.
De zuidkant werd in beslag genomen door het Foro di Porta Marina (20) en het Santuario della Bona Dea. De laatst genoemde stond er al aan het begin van de eerste eeuw voor Chr. en de naam suggereert dat er al een voorganger was van deze Porta Marina. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat er toen wel tabernae waren op deze plaats.

Foto 18: Domus Fulminata

De winkels aan de noordzijde zijn gebouwd vanaf het midden van eerste eeuw na Chr. Het eerste gebouw was de Domus Fulminata (21) met haar zes tabernae uit ongeveer 70 na Chr, gevolgd door het gebouw aan de westzijde van de Domus Fulminata met drie winkels uit de tijd van Trajanus. Als laatste komt dan het kleine gebouw meteen na de poort met twee winkels uit de tijd van Hadrianus.
Aan de zuidzijde blijf dan over de Loggia of Cartilius Poplicola uit de tijd van Hadrianus, die is geïdentificeerd als een overdekte markt, hetgeen ook weer wijst op een toenemende vercommercialisering van het laatste stukje Decumanus aan het begin van de tweede eeuw na Chr.

Foto 19: Ingang domus Fulminata. Aan weerszijden van de entree met trap, een taberna.
  • Bronnen
  • - Miko Flohr: Tabernae and commercial investment along the western decumanu in Ostia.
  • - Jerome Carcopino: La vie quotidienne à Rome à l’epoque de L’Empire
  • -www,ostia-antica.org
  • Noten
  • 1:Miko Flohr is een universitair docent aan het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit van Leiden
  • 2: Een taberna (tabernae mv.) is een ruimte aan de voorzijde van een domus of insula. Deze aan de straatkant gelegen ruimtes werden verhuurd aan handelaars of de eigenaar van het huis verhandelde er zelf iets.
  • 3: Foto: www.ostia-antica.org (Daniel-González-Acuña)
  • 4:Ray Laurens, Professor of Ancient History, Macquarie University (Australië)
  • 5:Janet DeLaine, Associate Professor in Roman Archeaology at the University of Oxford and a fellow of Wolfson College.
  • 6:Ostia had elk jaar veel te lijden van overstromingen van de Tiber. Dit feit en het explosief groeiende aantal inwoners deed de overheid in het begin van de tweede eeuw na Chr. besluiten om de stad zo’n anderhalve meter op te hogen, opnieuw in te delen (volgens een rechthoekige plan) en ruimte te creëren in de hoogte. Hiervoor moest de meeste laagbouw (villa, domus etc) verdwijnen en kwamen er 4 en 5 verdiepingen insulae voor in de plaats. Deze herinrichting stond onder leiding van Hadrianus. Daarom is het begin van de tweede eeuw na Chr. voor Ostia een kantelpunt in architectuur, materiaal gebruik, wonen en handel.
  • 7:Ostia werd gesticht als ommuurde legerplaats, castrum. (zie artikel ‘Een haven voor Rome’). Diverse delen van de oude muren zijn nog te zien.
  • 8:Noord en zuid zijn niet de topografische aanduidingen maar hier relatief gebruikt.
  • 9:Lees ‘Het Collegium, het Romeinse gilde’
  • 10: Guido Calza (April 21, 1888 – April 17, 1946 in Rome, Italy) was an Italian archaeologist Inspector of the great Ostia excavation campaign in 1938.
  • 11: Giovanni Becatti (1912-1973) was an Italian classical art historian and archaeologist and staff member of the great Ostia excavation campaign in 1938.
  • 12: Herbert Bloch (1911-2006). German archaeologist and historian. Staff member of the great Ostia excavation campaign in 1938.

 

Waardeert u ons werk?

Wordt lid van Roman Ports en ontvang het boek of doe een donatie!

Wordt lid en steun ons
Recente artikelen & projecten

De teruggevonden vloot van Pisa

De teruggevonden vloot van Pisa

 

In 1998 werd bij toeval een ongelooflijk archeologisch erfgoed ontdekt in de buurt van het station Pisa San Rossore....

Lees meer...

Leptiminus

Leptiminus

Op de plaats van het huidige Lamta aan de oostkust van Tunesië lag al in de oudheid een havenstad met de naam Leptis Minor ....

Lees meer...

Romeins Zeehandelsrecht

Romeins Zeehandelsrecht

 

Het Romeinse recht is het fraaiste monument dat Rome aan West-Europa heeft nagelaten....

Lees meer...

Sullecthum (Salakta)

Sullecthum (Salakta)

In de Sahel, in de Tunesische provincie Madhia vinden we aan zee het kleine stadje Salakta....

Lees meer...

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

.....waarschijnlijk gesticht door Julius Ceasar in het noord-westen van Sardinië.

Lees meer...
Laatste nieuws

About Roman Ports

Amor and PsycheWe are committed to providing versions of our articles and interviews in several languages, but our first language is English.

Please become a member of the Facebook group, which is our main communication platform. There you can learn about upcoming events and items of interest, post your own photos, or share any stories or general questions you may have.

If you have specific questions about our organisation, questions about financial issues, if you would like to assist in the production of our online magazine, or if you have specific requests or ideas for content, use our contactform below. You can contact us in any language!