Voorwoord door Gerard Huissen (editor romanports.org)
Een paar weken geleden deelde ik op Facebook een foto van de overblijfselen van een Romeins rivierschip dat in 1997 werd gevonden in Nederland bij het plaatsje de Meern. Omdat er in die omgeving nadien nog meerdere schepen zijn gevonden werd dit schip De Meern 1 genoemd.
Op deze post kwam een reactie van een van de leden van onze Facebookgroep, Dr. Tamara Lewit, verbonden aan de Universiteit van Melbourne (Australië). Zij stuurde een artikel dat ze schreef voor PERSUIT, het multi-media platform van de Universiteit van Melbourne, over het belang van het Romeinse rivier transport2.
Alhoewel Roman Ports zich tot nu toe voornamelijk concentreerde op zeehavens en alle zaken die daarbij komen, hebben we toch zijdelings zo nu en dan de riviervaart onder de aandacht gebracht3.
Het artikel, dat is vrijgegeven onder Creative Commons Attribution-No Derivatives 3.0 Australia (CC BY-ND 3.0 AU) voor herpublikcatie vinden we dusdanig relevant dat we het onze lezers niet willen onthouden.
Vergeet de wegen, rivieren waren de slagaders van het Romeinse Rijk, die voedsel, brandstof en vee vervoerden langs belangrijke oude handelsroutes.
ALLE RIVIEREN LEIDEN NAAR ROME
Door Dr Tamara Lewit, Universiteit van Melbourne
De uitdrukking "Alle wegen leiden naar Rome" vat de macht van het Romeinse Rijk samen, maar de slagaders die het levensbloed - voedsel, brandstof, vee en luxe - vervoerden waren geen wegen, maar rivieren.
Mijn belangstelling voor het Romeinse riviertransport werd gewekt tijdens het onderzoek the children’s novel A Message Through Time, van mijn zus Anna Ciddor. In het boek, een vervolg op The Boy Who Stepped Through Time, glijden twee moderne kinderen door de tijd naar het oude Romeinse Gallië. Ze ondernemen een moeilijke en gevaarlijke zoektocht naar een heilige bron, tegen de stroom in.
De verwaarloosde wereld van de Romeinse rivierboten die ik ontdekte was een verrassing.
Zeeschepen hebben lange tijd de aandacht getrokken van archeologen en het grote publiek, met schatkamers van gezonken amforen van honderden scheepswrakken die olie, wijn en vissaus verspreid over de Middellandse Zee vervoerden.
Hun houtwerk is meestal verloren gegaan, hoewel goed bewaarde diepzeewrakken aan het licht zijn gebracht met behulp van op afstand bediende voertuigen en onderwatercamera's in een van de grootste maritieme archeologische ondernemingen ooit, the Black Sea Maritime Archaeological Project.
Als archeoloog die onderzoek doet naar de oude handel in wijn en olie, was ik bekend met deze vondsten. Maar vervoer over de rivier was waarschijnlijk frequenter en belangrijker dan zeeschepen voor het dagelijks leven van het Romeinse Rijk. Terwijl gevaarlijke zeeën ’s winters gesloten waren voor de scheepvaart, vervoerden rivierboten goederen het hele jaar door5.
Het was via de rivieren dat de importen van de kusthavens naar de steden en boerderijen in het binnenland werden vervoerd. Steden vertrouwden op de rivieren om voedsel, bouwmaterialen en brandstof van het achterland aan te voeren.
De slagaders van het Rijk waren rivieren zoals de Guadalquivir6, die enorme voorraden olijfolie van het huidige Spanje naar Rome leidde, net als de Rijn en de Donau, die de legers aan de grenzen voedden.
Rivierbronnen waren heilige plaatsen – de inspiratie voor onze fictieve heilige bron in A message Through Time - waar munten, beelden en kostbare voorwerpen in het water werden gegooid als offers aan de goden. In de warmwaterbronnen van San Casciano dei Bagni (Italië) werden in 2022 bronzen beeldjes en 5.000 gouden, zilveren en bronzen munten ontdekt.
In 2004 werd bij Arles in het zuiden van Frankrijk, enkele meters onder het oppervlak van de Rhône, een een bijna complete rivierschuit ontdekt. Dit was een belangrijke route die de Middellandse Zee verbond met Duitsland en de Alpen.
De opgraving, de restauratie en de uiteindelijke presentatie in het museum van het schip , dat de naam Arles-Rhône 3 kreeg, kostte ongeveer 10 miljoen euro en heeft ons een uniek inzicht gegeven in de realiteit van de Romeinse riviervaart.
Deze schuit is 31 meter lang, maar minder dan drie meter breed en ongeveer een meter hoog. Een met houtskool gevulde pot diende als haard, waardoor het omringende hout schroeide. Schalen, twee borden en drie bekers wijzen erop dat er drie zeelieden aan boord waren, van wie er één zijn initialen (AT) in een bord graveerde.
Ze hadden gereedschap om hout te hakken en de lading op te lichten en een enkele kleine olielamp. Caius en Lucius Postumius (misschien broers, of een vader en zoon), wiens namen zijn gebrandmerkt op verschillende houten onderdelen, kunnen de eigenaren zijn geweest.
Verborgen onder de houten voet van de mast lag een votiefmunt, een geluksbrenger die daar was geplaatst in de onvervulde hoop op een veilige reis.
De lange, smalle vorm van de boot was zeer geschikt voor de sterke Rhône-stroming, maar het schip had geen roeispanen of zeil. Het werd nog geladen gevonden met bouwstenen uit steengroeven ten noorden van Arles en was stroomafwaarts met de stroom meegegaan, geleid door de grote houten stuurspaan.
Een stuurman ontweek obstakels en testte de waterdiepte met een twee meter lange stok, die op beide uiteinden was gericht en in het wrak werd terug gevonden.
De aanwijzing voor hoe de schuit stroomopwaarts voer - vermoedelijk geladen met mediterrane producten, plaatselijk zout, wol of zelfs levende schapen - ligt in de mast. Slechts 3,7 meter hoog, voorzien van touwen en helemaal voorin de schuit geplaatst - dit was geen mast voor een zeil maar eerder voor het slepen.
Van de Romeinse tijd tot de 16e eeuw werden schuiten als deze stroomopwaarts gesleept door mannen die de zware boot en zijn lading sleepten. Volgens middeleeuwse documenten trok elke sleper 1,5 ton - meer dan het gewicht van een Mini Cooper.
De Arles-Rhône 3 weegt acht ton en wanneer hij geladen was met vracht moet hij getrokken geweest zijn door minstens 20 man. Voor een grotere schuit van 19 ton, die in de rivier bij Lyon werd gevonden, , waren ongeveer 50 sjouwers nodig.
Het werk was vreselijk zwaar. In de Middeleeuwen stond het bekend als 'bloedtransport'. Met gebogen ruggen hingen de mannen aan de touwen die aan de sleepmast waren vastgemaakt, in evenwicht blijvend met wandelstokken en vooral veel geroep.
Ook vele andere soorten boten bevoeren de rivieren van het Rijk. Sommige werden gebruikt om te vissen in rivieren en meren, en leverden belangrijke eiwitbronnen voor zowel rijk als arm.
De vierde-eeuwse dichter Ausonius vermeldt Moezelzalm "met rozerood vlees, ... voorbestemd om een gang te vormen tijdens een bruisend diner", maar ook goedkope snoek "gebakken in kookwinkels met de dampen van zijn vettige smaak".
Vissersboten op het meer (of "Zee") van Galilea komen vaak voor in de Evangeliën, en de resten van een bootje met radiokoolstofdatering uit deze periode zijn daar opgegraven.
Een mozaïek uit de derde eeuw na Christus, gevonden in Althiburus in Tunesië, bevat afbeeldingen en namen van 25 verschillende soorten zee- en rivierboten - maar onze hogere tekstuele bronnen beschrijven zelden het alledaagse vaartuig in detail.
In plaats daarvan vertellen ze ons over de plezierboten van keizer Caligula, die door de Romeinse historicus Suetonius worden beschreven als boten met "met edelstenen bezette achterkanten, bijzonder gekleurde luifels, enorme ruime baden, zuilengangen en feestzalen, en zelfs een grote verscheidenheid aan wijnstokken en fruitbomen; dat hij aan boord ervan al vroeg aan tafel kon zitten en langs de kusten van Campania kon varen te midden van dansers en muzikanten".
Twee luxe cruiseschepen van 70 meter van Caligula lagen eeuwenlang gezonken in het water van het Nemi-meer in Italië. Vanaf de 15e eeuw werden pogingen ondernomen om ze op te halen, wat uiteindelijk lukte toenhet meer in 1929 werd drooggelegd..
Deze schepen, met hun prachtige bronzen beelden en mozaïeken, werden in een museum ondergebracht, maar helaas werden de houten boten tijdens de Tweede Wereldoorlog door brand verwoest. Een deel van een van hun mozaïeken werd in 2013 herontdekt als salontafel in een appartement in New York. Maar rijke vondsten als deze vertellen ons niet het ware verhaal van de Romeinen. Het is het eenvoudige hout en de potten van kleine rivierboten zoals de Arles-Rhône 3 die ons vertellen over gewone mensen, gewone levens en hun buitengewone belang.
Ik dank de historici en archeologen die mij genereus hebben geadviseerd, met name Paul Burton, Luc Long, Ash Green, Tim Parkin, Hervé Pomarèdes, Richard Reece, Delphine Remeau, Andrew Wilkinson en mijn zoon Lucas, die Latijn studeerde aan de Universiteit van Melbourne en hielp met de vertaling van vele primaire teksten.
A Message Through Time is nu verkrijgbaar. Lees meer Lees meer over het onderzoek achter de roman.
- Bron
- - All rivers lead to Rome by Dr. Tamara Lewit
Editor noten- 1: Restanten van schip De Meern -1 in museum Hoge Woerd De Meern, Nederland.
- 2: Voor het eerst gepubliceerd op 4 April 2023 in Humanities.
- 3: Zie ons artikel 'De Romeinse Slervus'.
- 4: Romeinse muurschildering van feestelijke boten op de rivier de Tiber. Museum Nazionale Romano, Palazzo Massimo alle Terme – ArchaiOptix (Wikimedia Commens).
- 5: Zie ons artikel 'Winter Zeevaart'.
- 6: Zie ons artikel 'Ítalica'.
- 7: Foto – Carole Raddato (Wikipedia).
- 8: Museum of Fine Arts Avignon. Foto: Wikimedia.
- 9: Foto - Rabax63 (Wikimedia).