17 Jan 2020

Tarragona

Voorwoord door Gerard Huissen
De Romeinse havenstad Tarraco, het moderne Tarragona, werd oorspronkelijk gesticht en bewoond door de Iberiërs. In de 2e eeuw voor Chr, tijdens de Tweede Punische Oorlog, kwam de stad in handen van de Romeinen en kreeg van hen de naam Colonia Iulia Urbs Triumphalis Tarraco, afgekort Tarraco. Het werd de hoofdstad van de toenmalige provincie Hispania Tarraconensis, die een groot gedeelte van het huidige Spanje omvatte.
Medio 2019 schreef Patricia Terrado Ortuño een lijvig handwerk (362 pagina’s) in het Spaans over die voor de Romeinen zo belangrijke havenstad. Nou vermoed ik dat de meeste van u het Spaans niet machtig zijn en daarom beloofde ik, ondanks mijn gebrek aan kennis van de Spaanse taal, toch maar een poging te wagen een voor onze lezers acceptabel, Engelstalig uittreksel te schrijven.
Patricia heeft een zeer interessant en uitgebreid handboek de wereld geschonken waarin niet alleen alle kennis en verantwoording over die kennis van het Romeinse Tarragona staat beschreven maar ook over begrippen als havens, scheepsvaart en handel uit die tijd (2e eeuw voor Chr. – 3e eeuw na Chr.) alsmede andere relevante zaken.
Het boek in zijn geheel is te diepgaand voor één artikel en ik zal daarom ongetwijfeld, op een later tijdstip, een tweede artikel destilleren uit dit complete handboek over Tarraco. Mocht u het Spaans beheersen, dan kun u hier de originele pdf downloaden: El Puerto de Tarraco and época Romana
.

TARRAGONA
door Patricia Terrado Ortuño 

Figuur 1: Gravure van de Vlaamse schilder Van den Wyngaerde

De geschiedenis van de stad Tarragona is de geschiedenis van de haven. De huidige haven van Tarragona wordt bepaald door het reliëf van de stad die vanouds was gelegen op een oppidium (versterkte heuvel), met aan haar voet de monding van de meanderende rivier de Francolí die uitloopt in de Middellandse Zee .

Figuur 2: De Francoli rivier. 

De Romeinen noemden de stad Tarraco en na de val van het West Romeinse Rijk kwam de stad in handen van de Visigoten die haar Terracona noemden. Met de komst van de Arabieren in de jaar 713 werd ze geleidelijk verlaten waarna de ruïnes gedurende vier eeuwen door nog slechts een hand vol inwoners werd bewoond.
Na vier eeuwen zonder baggerwerkzaamheden en onderhoud was het verlaten havenbassin grotendeels dichtgeslibd door periodieke aanvoer van sediment vanuit de rivier de Francolí.  

Om te zien hoe de haven er toen aan toe was moeten we kijken naar de oudste bewaarde afbeelding van de Renaissance stad Tarragona, gemaakt in 1563 door de Vlaamse schilder Van den Wyngaerde (zie figuur 1). De gravure toont het voormalige havenbassin in bezit genomen door velden, boomgaarden, molens en vissershuizen.

 

De geboorte van een haven 

Figuur 3: Tarraco in geografische verhouding met Rome en Carthage Nova.

Om de oorsprong van de haven van Tarragona te leren kennen moeten we eerst kijken naar de geografische situatie en vooral de geomorfologie van dit deel van de kust van Tarragon analyseren. Pas dan kunnen we proberen om de exacte kenmerken in de oudheid te bepalen. Als we dat doen zien we dat er geen noemenswaardige omstandigheden of natuurlijke elementen aanwezig waren die de aandacht van de oude zeevaarders konden trekken om daar voor anker te gaan, laat staan een plaats te creëren om aan te meren. Geen natuurlijke baai met diepe wateren, beschermd tegen de heersende wind door  aangrenzende heuvels, zoals die bijvoorbeeld wel gevonden werd gevonden door de Carthaagse veldheer Hasdrubal. Deze vond zo'n baai in het midden van de derde eeuw voor Christus op de kust van de huidige provincie Murcia, naast de mijnbergen van Portman. Het nautische belang van een route tussen het zuidoosten van het schiereiland en de Afrikaanse kust om te kunnen profiteren van de exploitatie van de naburige zilvermijnen rechtvaardigde tussen 230 en 228 voor Chr. de oprichting van een nieuwe Punische kolonie. Deze stad kreeg de trotse naam Quart Hadasch, door de Romeinen Carthago Nova genoemd, en is nu bekend onder de naam  Cartagena.

Figuur 4: Tarraco in het Keizerrijk (foto: Haselburg-müller/wikipedia)

Maar dat de omstandigheden van de baai van Tarragona niet geweldig waren voor een haven, betekent niet dat er geen haven was. Een heuvel aan de kust met aan haar voet de monding van een rivier zorgden voor tenminste een gedeeltelijk bescherming en zoiets was al heel wat voor een kustgebied.
De Griekse autheur Eratosthenes van Cyrene1 schreef in zijn grote opus ‘Geographica’ 2 over Catalonië waar aan de kust een naustrasmos (ankerplaats) was met de naam Tarrákon. De vraag is wel hoe iemand uit Alexandrië die nog nooit in het westen van de Middellandse Zee was geweest dit wist? Waarschijnlijk omdat de Griekse schippers al vanaf de zesde eeuw voor Chr. de Middellandse Zee bevoeren en de diverse locaties (inclusief verbeteringen) steeds weer aan elkaar doorgaven.
In de eerste eeuw voor Chr. bezocht de Griekse geograaf, diplomaat en reiziger Artemidorus van Ephesius3 de Iberisch-Romeinse stad Tarraco en beweerde dat het ontbrak aan een haven die de naam waardig was.
Dankzij archeologisch onderzoek kunnen we deze twee tegenstrijdige uitspraken verklaren en tegelijkertijd begrijpen wat de Tweede Punische oorlog aan het einde van de derde eeuw voor Chr. Heeft betekend voor de historische haven van Tarragona.

De tweede Punische oorlog
Tot aan de tweede Punische oorlog was er op deze locatie slechts een klein, Iberisch, terpdorp. Archeologisch onderzoek in de onderste lagen van Tarragona heeft de stratografie en structuur van deze nederzetting vanaf de 5e eeuw voor Chr. in kaart gebracht.
Zeelui uit diverse delen rond de Middellandse Zee brachten hun ladingen wijn, olie, gezouten vis, keramiek , textiel en juwelen naar de Iberiërs om te ruil voor graan, slaven en …….galjoenen.

Figuur 5: Kese As (120-20 voor Chr.)

Deze zeelui waren wellicht de eersten die hier voor anker gingen en de nederzetting de Griekse naam Tarrákon gaven. De Romeinen maakten daar later weer Tarraco van. De oorspronkelijke bevolking noemde de plaats Kese, een naam die nog terug te vinden is in de vroegst geslagen munten uit Tarraco (zie figuur 5).
Tarragona had dan wel geen veilige baai maar lag wel gunstig ten opzichte van zowel de zeeroutes met Italië als, via de Ligurische kust, met de eilanden. Daarom kozen de Romeinen in 218 voor Chr. Tarraco als hun belangrijkste uitvalshaven aan de Oostkust van Iberië om tegenstand te bieden aan het grote Carthago Nova geregeerd door de familie Barkas (Bárquidas). Toen Hannibal Barkas tijdens de tweede Punische oorlog over de alpen trok en Rome nederlaag op nederlaag moest incasseren, trok de Romeinse legeraanvoerder Gnaius Cornelius Scipio Calvus op naar het Iberisch schiereiland om strijd te leveren tegen de daar nog aanwezige Carthaagse legereenheden om zodoende Hannibal af te snijden van de aanvoer vanuit zijn thuishaven. De Romeinen wonnen de strijd in de slag bij Cissa (Kese) en vestigden zich blijvend in Tarraco.

Figuur 6: Romeinse trireme op een mozaïek

In de navolgende jaren kwamen er van over zee grote vloten vrachtschepen vergezeld door quadriremen en quinqueremen4, het bewijs dat de route naar Tarraco inmiddels populair was en Tarraco zelf een ankerplaats bood die als veilig werd beschouwd. Livius vermeldt expliciet dat het grote consulaire leger van Publius Scipio in 217 voor Chr. aankwam bij Portus Tarraconis (de haven van Tarraco) waar zijn broer Gnaius Cornelius Scipio Calvus het jaar daarvoor de slag bij Cissa had gewonnen. Dezelfde Livius vertelt dat in de winter van 209, na de verovering van Carthago Nova de Romeinse vloot overwintert in Tarraco, omdat de schepen niet langer nodig zijn. Volgens de Latijns nautische terminologie betekent ‘Portus’ de plaats waar schepen de winter doorbrengen’ (zie het hoofdstuk ‘ Wat is een eigenlijk een haven?’). We kunnen hier dus spreken van een authentieke haven.
Polybios5 schreef: “.... de Romeinen verzamelden hun schepen in Tarraco en de eigenaren van de haven, hun bondgenoten, bouwden dokken, pakhuizen, straten, huizen en openbare gebouwen om ze te beschermen.” In een oorlogsachtige context zoals toen in Tarraco is duidelijk het overwinteringscentrum veranderd in een havenhoofdkwartier. Portus Tarraconis was geboren.

Figuur 7: Tarraco, Colonia Iulia Urbs Triomphalis

Ook met de komst van vrede en de nieuwe Romeinse Provincie in 197 voor Chr. zou Tarraco het karakter van marinehaven blijven behouden met name voor de geleidelijk bezetting van de Ebro en Duero valleien. De stad bloeide en groeide onder deze omstandigheden en sloeg haar eigen munt.
Ook tijdens de grote burgeroorlog in de 1e eeuw voor Chr. zou de stad een grote rol spelen. Na de slag bij Ilerda6 en de pacificatie van Baética (zuidelijk deel van Spanje) organiseerde Julius Caesar in 49 voor Chr. een grote provinciale vergadering in Tarraco.
Augustus moet in 27 voor Chr, als hij tijdens zijn campagne tegen de Astures7 serieus ziek wordt, terugkeren naar Tarraco. Hij woont vervolgens twee jaar in de stad waardoor Tarraco het tweede Rome werd genoemd met officiële ambassades, politieke bijeenkomsten etc. Dit was allemaal mogelijk omdat de haven van Tarraco het eindpunt was van de belangrijkste Middellandse Zee route tussen Rome en de Noordelijke helft van het Iberische Schiereiland. Helaas ontbreekt het aan geschreven bronnen die ons iets meer over de haven zelf vertellen. Archeologisch onderzoek kan wellicht opheldering geven over de faciliteiten van de haven van Tarraco.  

PORT ROMÀ DE TARRACO Segle I dC a baixa resolució 1200
Figuur 8: De haven van Tarraco met de Romeinse pier.

Onderzoek naar de haven
Ondanks de verzilting van de haven door de jaren heen kon de, in Tarragona geboren, archeoloog Hernandez Sanahuja (1810-1891) nog halverwege de 19e eeuw de restanten zien van enkele van de grote pijlers uit opus caementicium 8 die onderdeel waren van de Romeinse pier. Deze restanten zijn enige jaren daarna opgeblazen omdat ze een gevaar zouden zijn voor schepen die daar wilden aanleggen. We moeten het nu dus doen met het geofysisch onderzoek van de afgelopen 30 jaar en gegevens uit de schaarse literaire bronnen die we hebben.
Wat Tarraco betreft zijn er maar weinig bronnen die verwijzen naar de routes van en naar de stad. De oudste bron die we hebben komt van Plinius waarin de reistijd vanaf Rome wordt vermeld: et citeriorem hispaniam quarto (dies) 9 (... en vier dagen naar Hispania Citerior10).

Figuur 9: Vicarella cups

Van de edictum de pretiis rerum venalium (edict over de prijzen van koopwaren) van keizer Diocletianus uit 301 na Chr. weten we dat de reis vanuit de Orient naar Hispania Tarraconensis 20 denarii kostte, vanuit Afrika 8 denarii en vanaf Rome (Ostia) 10 denarii. Voor de landroutes kunnen we de Peuteringer kaart11 niet meer raadplegen, omdat het deel met Hispania helaas verloren is gegaan. Wel hebben we een andere bron, de zogenaamde Vicarello cups. Deze zilveren drinkbekers uit de 1e eeuw na Chr, gevonden in een Romeins badhuis in Vicarello bij het meer van Bracciano (zie ons artikel ‘WATER’), geven de route over land weer vanaf Gades tot Rome met alle plaatsen, villa’s en afstanden.

Een haven stond niet altijd op zichzelf. Vaak waren er rondom de haven aparte ankerplaatsen, kleine ligplaatsen en aanlegplaatsen waar schepen, naar gelang de omstandigheden daar om vroegen, konden uitwijken (zie ook Narbonne). Tarraco zou, als provincie hoofdstad, het centrum zijn geweest van het eerste Iberische havensysteem dat zich uitstrekte langs de oostkust van Spanje van Roses in het noorden tot Cartagena in het zuiden en zou ook de Balearen omvatten. Eén van die plaatsen zou bijvoorbeeld de Carbunclos zijn geweest, een ankergebied op slechts enkele meters van de havenbaai. Deze zou gebruikt zijn in de laat-republikeinse-en keizertijd en rijk zijn aan archeologische vondsten die aan het licht gebracht zijn door onderwaterarcheologie. Tegenwoordig is het gebied helaas aan het oog onttrokken door de jachthaven. De locatie zou gediend hebben als wachtplaats voor schepen alvorens de haven binnen te varen.

Figuur 10: Kustplaatsen in het gebied rond Tarraco 

Daarnaast speelden ook de grote kustplaatsen in de omgeving van Tarraco een belangrijke rol, zoals Calipolis of Els Munts, plaatsen die net als Salouris beschikten over een goed havenbekken dat voldoende bescherming bood aan de schepen.
Het was ook mogelijk om voor anker te gaan in Creixell, een plaats die samen met Tarraco gebruikt werd voor de distributie van wijn. Onderwaterarcheologie heeft hiervoor veel bewijsmateriaal naar boven gebracht, waaronder recentelijk (2017) een vijzel.
Opmerkelijk is ook het bestaan van pieren in Zuid-Catalonië bij L’ Amettla de Mar en L’ Ampolla.

De geschiedenis van de haven.
De geschiedenis van de eigenlijke haven van Tarraco is weerbarstig door de voortdurende veranderingen door oorlogen en conflicten, door stedelijke ontwikkeling en verbouwing en door geologische veranderingen. Het reconstrueren van de haven zoals ze er in de Romeinse tijd uitzag is moeilijk omdat we geen directe verwijzingen hebben naar de kustlijn, de havenstructuren of beschrijvingen van de locatie.
De enclave Tarraco lag zo’n 70 km ten noorden van de rivier de Ebro en 200 km ten zuiden van Emporiae (Ampurias)12. Tarraco was ook verbonden met de Lleida-vlakte (ten westen van Emporiae) zodat de stad een strategische plaats innam voor de Romeinen om hun macht in Spanje te consolideren en een handelsnetwerk op te zetten.

Figuur 11: : Geografische situatie Tarraco in de Romeinse tijd

Tarraco lag op een heuvel, ongeveer 80 meter boven de zeespiegel, waarvan men, via een systeem van terrassen, langzaam afdaalde in de richting van het havengebied. Deze heuvel strekte zich uit tot aan zee en vormde twee inhammen. De eerste, de oostelijke (nu het Playa del Miracle) werd van de tweede baai afgesloten door een kaap die afdaalde naar het huidige Plaza dels Caros (Deze kaap moest later, ver bij de verbouwing van de moderne haven, verdwijnen).
De westelijke inham werd afgesloten door een natuurlijke onderbreking in het landschap, de monding van de rivier de Francolí (of Tulcis). Deze laatste inham werd in 218 voor Chr. door de Romeinen gekozen om te landen. Na de ontscheping werd op de heuvel vlak naast de oude nederzetting een militair hoofdkwartier gevestigd.   

Figuur 12: Denarius van Galba geslagen in Tarraco
in 68/69 na Chr.15

De oriëntatie van het Romeinse kamp was NO – ZW en besloeg een oppervlak van ongeveer 1.750 bij 550 m13. Volgens de laatste gegevens zou de haven van Tarraco zelf een oppervlakte hebben gehad tussen de 15 en 17 hectare en het dok zou een diepte hebben tussen de 9 en 11 meter14. Deze eigenschappen maakte de haven geschikt voor grote schepen om hun goederen aan de dokken te lossen, alhoewel de meeste kleine en grote schepen de haven zouden gebruiken als doorvoerhaven.
Ook de wind was een belangrijk element voor de schepen. Bij noorderwind werd de haven goed beschermd door de kaap. Alleen de oostenwind, die overigens in de zomer sterk kon zijn, zorgde soms voor een probleem.
Een bijkomend voordeel van deze locatie was de aanwezigheid van zoet water door de rivier de Tulcis, alhoewel het snel stromende water van de rivier ook bijdroeg aan de verzanding van de haven.
Door de veranderde kustlijn en het dichtslibben van de zee is de oude Romeinse haven, net als bijvoorbeeld bij Ostia en Portus, momenteel op het vasteland komen te liggen.

Figuur 13: Opgravingen in Tarragona (foto:Archeologisch Museum Tarragona)

De stad op het oude oppidium werd waarschijnlijk gesticht tussen de zesde en vijfde eeuw voor Chr. Aardewerk vondsten aan de voet van heuvel laten zien dat de inheemse bevolking al heel vroeg handel dreef met Griekse en Fenicische schippers.
Na de Romeinse bezetting in de derde eeuw v. Chr. leefde de nederzetting nog enige jaren naast het Romeinse legerkamp, totdat de Romeinen een nieuwe stad bouwden en de nederzetting compleet verdween. Al binnen de 2e eeuw voor Chr. werd het gebied een woonwijk met een compleet andere structuur en vele nieuwe gebouwen. De aanwezigheid van een pre-Romeinse bevolking bleef bestaan in Tarraco, maar net als voor de Romeinse invasie werd de steeds belangrijker wordende haven vanuit het hoog gelegen Tarraco bestuurd.

Wat is eigenlijk een haven?
Een belangrijke bron voor het bestuderen van havens zijn de getuigenissen van geografen en historici over zeeën, havens en eilanden. Met behulp van bijvoorbeeld de geschriften van Ptolemeus16, Strabo17 of Eratosthenes18, weten we welke kenmerken deze havens hadden, hun locatie en zelfs anekdotes gekoppeld aan historische of mythologische gebeurtenissen.
Omdat veel schrijvers hetzelfde woord gebruiken voor verschillende soorten havens is het probleem met het begrip ‘ Portus’ nog steeds actueel. Hoewel de Griekse wereld erg rijk was aan termen om een bepaald type haven te definiëren, zoals limén, ormós of ankyrobolion, heeft de Romeinse wereld er maar twee: statio en portus. Dit danken we aan Mauro Servius (vierde eeuw na Chr.) die in zijn werk Vergilii Aeneidem commemtarii schreef:
Statio est ubi ad tempus stant naves, portus ubi hiemant 
19. (Een statio is waar de schepen tijdelijk voor anker liggen, een portus waar ze overwinteren.))
Over het algemeen zijn de diverse historische teksten over Tarraco nogal tegenstrijdig. Rufo Festo Avieno20 schreef in de vierde eeuw na Chr. over Tarraco:

Figuur 14: Europa volgens Strabo

inde Tarraco oppidum et Barcilonum amoena sedes ditium. nam pandit illic tuta portus brachia, uvetque semper dulcibus tellus aquis. (Dan de citadel van Tarraco en de prachtige locatie van het rijke Barcilonas21, omdat zich daar een haven ontvouwt met veilige armen en een land dat altijd wordt geïrrigeerd door zoet water.)
Ook van de hand van Plinius de Oudere (23-79 na Chr.) kennen we de Tarragona-orografie zoals beschreven in zijn Naturalis Historia22:
[…] Cessetania region, Flumen Subi, Colonia Tarracon, Scipionum opus sicut Carthago Phoenorum. . (De regio Cessetania, de rivier de Subi (= Tulcis), de kolonie Tarracon, gesticht door Scipio zoals Cartago door de Puniciers.)
Strabo23 (63 voor Chr. -19 na Chr.) was nog nooit in Hispania geweest maar beschreef in zijn werk Geography in de eerste eeuw voor Chr. perfect de kusten van Iberia, dankzij de informatie die hij leende van andere auteurs zoals Pytheas24, Homerus, Asklepiades de Myrlea25 en vele anderen. Strabo schrijft:“De eerste stad is Tarracon die geen haven heeft maar gelegen is in een baai en voldoende is voorzien van andere voordelen 26.
De schrijver Eratosthenes schreef, zoals we eerder al zagen, dat een stad Tarrakon genaamd ook een statio navum (het latijnse equivalent van het Griekese naustathmos, een ankerplaats) was terwijl Artemidoro zei dat de plaats zelfs niet geschikt was om te ankeren.
Polybius schreef: “de Romeinen trokken hun schepen op het land, en na het verzamelen in Tarrákon van degenen die de nederlagen hadden overleefd, creëerden ze een marinebasis, met uitzicht ter bescherming van hun bondgenoten die posities hadden ingenomen vóór de oversteek van de Romeinen.”  Dit zou er op duiden dat er wel degelijk spraken was van een Portus.

Figuur 15: Latere uitgave van de AB urbe Condita

Ten slotte vinden we getuigenis van de Romeinse historicus Titus Livius (59 BC – 17 AD) die in zijn werk Ab urbe condita 27 het volgende zegt:
Ea classis ingens agmine onerariarum procul visa cum magna Laetitia civium sociorumque portum Tarraconis ex alto tenuit 28. (Deze vloot, met zijn enorme colonne aan transporten, op een afstand te zien aankomen en de aankomst zelf in Tarraco zorgden voor grote vreugde onder de stadsbewoners en hun bondgenoten.) Deze tekst moet worden gezien in de context van de aankomst van de Romeinse legers o.l.v. Scipio tijdens het verloop van de Tweede Punische Oorlog (218 -201 voor Chr.).
Het zou hier moeten gaan over 30 oorlogsschepen en 8000 soldaten die in 210 voor Chr. vanuit Massalia (Marseille) Tarraco bereikten.
De grote vraag is wat voor haven dat dan was die Livius beschrijft. De eigenlijk militaire en latere commerciële haven met haar infrastructuren zijn waarschijnlijk pas enkele jaren later,  gelijk met de Romeinse stad,  gebouwd. Bij aankomst van de vloot moet de ‘haven’ nog een kleine open rivierhaven zijn geweest met geringe diepgang waar je waarschijnlijk geen dertig schepen kon huisvesten. Wel was het wellicht mogelijk de schepen in de oostelijk baai te laten ankeren.
Volgens diverse teksten wordt de haven van Tarraco beschreven als Portus, dus capabel genoeg om schepen te huisvesten tijdens de ‘mare clausum’ (gesloten zee- zie artikel: winter zeevaart) en zou derhalve uitgerust moeten zijn met een accommodatie voor de overwintering van schepen; een bebouwd gebied in tegenstelling tot een statio navium, een ankerplaats waar schepen tijdelijk voor anker gaan. 
Andere bronnen die de haven noemen komen van auteurs die over de kenmerken van de stad Tarraco zelf spreken, zoals Silius Italicus29:
[…] tunc hospita Tarraco Baccho, considunt portu. Securae gurgite clauso stant puppes, positusque labor terrorque profundi. ([…] en Tarraco, zo gastvrij in Bacchus (waar goede wijn werd geserveerd) met zijn goede haven. De schepen zijn gebonden aan een veilige schuilplaats voor de stroming en waar ze de vermoeidheid en schok van de grote zee konden vergeten). De tekst gurgite glauso wordt ook wel vertaald met “Golfbreker”. De verwijzing dat de schepen gebonden zijn aan de beschutting van de stroming is een vrij duidelijke teken van het bestaan van een dijk, een dok of een andere havenstructuur.
Concluderend kunnen we aannemen dat de bronnen het bestaan van een haven al noemen vanaf de komst van de Romeinen naar het Iberisch Schiereiland. De ligging van Tarraco gaf de doorslag voor de keuze van de stad als hoofdstad en daarom werd er een aanliggende haven gebouwd. Uit het voorhanden zijnde bronmateriaal is niet met zekerheid af te leiden wanneer die haven precies werd gebouwd en wat voor soort haven het was, gezien de overvloed aan tegenstrijdige bronnen.
De stad wordt genoemd als een beschermende plaats met voldoende ruimte, beschut tegen stormen, met zoet water om de boten te bevoorraden, met ruimte voor een markt gekoppeld aan maritieme activiteiten. Volgens de bronnen is deze plaats dus logisch van wege de uitstekende omstandigheden.

Historiografie en historische cartografie
Deze bronnen zijn een waardevolle getuige over de Romeinse haven, omdat overblijfselen die nu zijn verdwenen nog wel geheel of gedeeltelijk op de kaarten van de stad uit de diverse periodes staan vermeld.

Figuur 16: Steenwinning voor de bouw van de nieuwe haven (1872)

Een groot deel van het gebied waar de Romeinse haven zich bevond, met name de oostelijk kaap werd als bouwgroeve gebruikt bij de aanleg van de moderne haven, wat leidde tot de vernietiging van waardevol historisch materiaal. Zo vertelde de Spaanse schrijver Luis del Arco in zijn kunst en monumenten gids over Tarragona in het begin van de twintigste eeuw:“Al in het midden van de negentiende eeuw kende Tarragona een lange commerciële en industriële bloeitijd, waardoor het noodzakelijk was om de haven uit te breiden en te vernieuwen. Daarvoor was het nodig om een deel van de heuvel af te breken, van de Rambla de San Carlos naar de zee, en toen verrees uit de grond, als een nieuwe Pompeii, het oude en weelderige Tarraco. De eeuwen hadden alle Romeinse overblijfselen begraven. En bij het verwijderen van de grond om plaats te maken voor de fundering van moderne gebouwen kwamen vele beelden, reliëfs, friezen, grafstenen, mozaïeken, amforen, duizenden munten en voorwerpen van allerlei aard tevoorschijn en deze hele wereld aan archeologisch materiaal werd in zee gegooid om de haven te vullen”30.
We weten weinig over de toestand van de Romeinse haven tijdens de middeleeuwen. Er bestaat uit die tijd geen enkele aanwijzing die het bestaan van een haven ondersteunt. Tegenwoordig wordt aangenomen dat de middeleeuwse haven een ankergebied was ten zuiden van La calle Sant Miquel.
Vanaf de twaalfde eeuw werd het Romeinse havenbekken gebruikt als boomgaard en tuinen omdat de baai grotendeels was dichtgeslibd.
Uit de dertiende eeuw zijn er verschillende gedocumenteerde bewijzen van het gebruik van de haven van Tarragona: in- en uitgangen voor schepen, goederenlijsten enz. Feiten die aantonen dat de haven nog steeds in gebruik was, hoewel we niet weten in welke omstandigheden ze verkeerde, al zal dat niet best zijn geweest.31
In de zestiende eeuw werden de eerste kaarten gemaakt. De oudste getuigenis van de haven, behalve die uit klassieke bronnen, is die van een jurist uit Tarragona, Lluis Pons d’Icart (1518/1520 – 1587). Voor het eerst horen we iets over de aanwezigheid van overblijfselen van een Romeinse pier in de stad. Samen met de gravure van Anton van der Wyngaerde (zie figuur 1) is dit de belangrijkste bron van onderzoek naar hetgeen er in de zestiende eeuw nog over was van de Romeinse haven en met name over de locatie van de haven. Hij spreekt over een portu fabricato (een kunstmatige haven). Vervolgens zegt Lluis dat de haven goed te herkennen is aan de restanten, waaronder die van een tempel van Neptunus32, die liggen in een boomgaard die eerst gevuld was met zeewater.
Verder is er een verwijzing naar de “havenzuilen”. Deze zuilen vormden waarschijnlijk een onderdeel van een groot gebouw, misschien van het Romeinse theater. Pons d’Icart: ” Velen beweren de zuilen te hebben gezien in de boom- of wijngaard. De zee lag in de diepte en de muren van de stad liepen lager dan de zuilen die Korintisch waren en zeer goed gesneden. Het is geen vijftig jaar geleden, zoals ik van mijn vader heb vernomen, van mijn schoonvader en andere oude mensen die me de plaats hebben getoond waar ze ruïnes van grote gebouwen zagen. Waar is niet bekend, maar ze zeiden dat het land de ruimte in beslag nam.“ 33
Hier moeten we weer kijken naar de gravure van Anton van Wyngaerde.

Figuur 17: Deel van gravure van Anton van Wyngaerde

Aan de linker zijde zien we de Romeinse pier (molo) die vervangen moest worden aan het einde van de 15e eeuw. Volgens Pons d’Icart zou de golfbreker zijn gebouwd van steen en mortel en het cement voor de fundering bevond zich in het zeewater met daar bovenop een bepaald soort stenen. De pier zou beginnen op de rotsen aan de voet van de heuvel en eindigen met een lichtbaken (vuurtoren of lantaarn) genaamd ‘ Farellón. De stenen op de pier waren waarschijnlijk bedoeld om in het water te gooien ten einde de golfen te breken.

Figuur 18: Kaart van 24 januari 1642 (havengedeelte)

Deze rotsblokken konden ook worden geïnterpreteerd als een structuur van bogen van metselwerk verbonden door pijlers, waardoor er water de haven kon binnen stromen hetgeen weer overeenkomt met de restanten van de pier die we op de kaarten zien. Pons d’Icart beweert ook dat de pier vaak is gerestaureerd omdat hij zelf diverse medailles van verschillende keizers heeft gevonden die dat vermelden34. Op een kaart uit 1642 (nu in het Algemeen Archief van Simancas) zien we de Romeinse pier midden op zee en dicht bij de kust getekend als een barrière, dominant boven het niveau van het water. Waarschijnlijk niet de fysieke afmetingen weergevend maar als een symbool dat de pier er nog ligt. Wat betreft de haven op zich is er een groot verschil tussen de kaart van Wyngaerde en deze kaart. De gravure van Wijngaerde toont de Romeinse pier naast een uitbreiding van land dat een deel van het voormalige havendok ingenomen heeft.

Collection dAnville EN
Figure 19: Kaart uit 1600

 

 

 

Een anoniem document uit rond 160035 toont de belangrijkste punten van de vestiging evenals het profiel van de kustlijn. Het onderste deel van de stad, met geïsoleerde constructies en boomgaar-den worden hier niet ingevuld. Slechts de weg die het bovenste deel van de stad met de haven verbond. We zien hier nog de Romeinse haven met een restant van de Romeinse pier.

Figure 20: Kaart uit 1797

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ook in de achttiende eeuw zien we op diverse kaarten nog de restanten van de Romeinse pier, die deels wordt gebruikt als steengroeve voor nieuwe havenuitbreidingen. Op een kaart uit 179736 zien we een van de mooiste weergave van het havengebied. Wat vooral opvalt is dat de Romeinse pier perfect getekend lijkt en overeenkomt met de beschrijvingen van verschillende ingenieurs zoals ze als grote betonblokken in zee lagen.
Volgens de historicus Morera, die in 1894 o.a. een boek schreef over de monumenten van Tarraco waarin ook staat beschreven waar de Romeinse haven zou hebben gelegen, werden deze resten van de pier in 1834 uit het water verwijderd, omdat deze de vissers zou hinderen37. Morera schrijft over de pier:” De Romeinen hadden bescherming nodig in de westelijk kreek om zichzelf te beschermen tegen de zuidelijke stormen, die hen er toe leidde om een betonnen harde dijk te bouwen. De dijk was niet geheel solide maar de basis op de rots was voorzien van kleine afvoerbogen, zodat het water vrij kon circuleren en de golven toch worden gebroken.”

Archeologische gegevens
De pier
Zoals we in het begin van het artikel al vertelden weten we niet precies met wat voor haven we hier te doen hebben. Daarom is ook de terminologie voor de pier uitwisselbaar: promenade, dijk, golfbreker of steiger-pier.
In de 19e eeuw beschrijft de Spaanse historicus en archeoloog, Buenaventura Hernández Sanahuja de haven in zijn werk ‘Geschiedenis van de haven van Tarragona vanaf het ontstaan tot op de dag van vandaag (1859)’. Over de golfbreker schrijft hij:
“….dat het water vroeger tegen de rots sloeg wordt bewezen door dat bij de bouw van een huis op het kruispunt van de calles de S. Magin en Sta. Tecla, nº1 fragmenten van een golfbreker met stevge bronzen ogen bedoeld om schepen vast te leggen waren gevonden. Daarnaast waren er opmerkelijke restanten van een geconstrueerde dijk met trappen tot op de bodem van de kelders of ondergrondse pakhuizen, waarvan er één met een hellend vlak richting zee liep om het ter water laten van de gebouwde schepen te vergemakkelijken.” 38

Figuur 21: Winning van steenblokken uit steengroeve. (Uit boek Sanahuja)
Bij nr.10: Romeinse bouwwerken en reservoir komen tevoorschijn.

De locatie die hij aangaf is overigens verre van logisch en het is dan ook zeer twijfelachtig of de gevonden restanten onderdeel waren van een golfbreker.39
Sanahuja geeft dan ook nog details over een andere golfbreker:
“ De golfbreker leek verre van op onze dammen, dat wil zeggen: het was geen weg maar ze bestond uit een lange reeks uitgelijnde pijlers gemaakt van hydraulisch beton in grote uitgelijnde houten kisten boven op elkaar op bepaalde afstanden, totdat ze boven water verschenen. Van de ene naar de andere pijler waren bogen van metselwerk die gezamenlijk een brug vormden. Met dit kunstwerk zijn ze er in geslaagd om de haven van aangespoeld zand schoon te houden. Elke pijler had aan de buitenzijde zijn eigen scheg om de golven te breken. Bovenop de gebouwen die als pakhuizen op de zeebrug stonden waren afzettingen tot de hoogte van de masten van de schepen waardoor deze beschermd waren tegen de woedende stormen en veilig en comfortabel in de haven konden liggen.” 40
Deze beschrijving komt overeen met de restanten van de Romeinse pier die we op de diverse gravures zagen. Als de beschrijving waar is, dan kunnen we de golfbreker vergelijken met bijvoorbeeld die in Lepcis Magna in Libië waar op de strekdam ook een dok met pakhuizen, een tempel en een vuurtoren stonden, alhoewel daar in Tarraco geen bewijs voor is.

Figuur 22: Pozzuoli en het restant van de pier geschilderd door Sir William
Hamilton in in 1776.

De vermeende bouwstructuur met pijlers (opus pilarum) werd overigens in de Romeinse tijd veelvuldig gebruikt en beschreven. We zien het bijvoorbeeld terug in Pozzuoli en op fresco’s. De vervallen pijlers die, in het geval Tarragona, eeuwen onder water hebben gelegen, waren dus volgens vele overleveringen een bron van gevaar voor binnenlopende schippers.
Een andere controversiële constructie waar veel historici regelmatig over schrijven zou hebben gestaan aan de monding van de rivier de Francoli. Hiervan bestaan geen fysieke gegevens noch aanwijzingen op een kaart alhoewel ze veel op artist impressions van de haven voorkomen (zie figuur 8). Ook Sanahuja had een hypothese over dit gebouw. Hij schreef dat men tot 1892 geloofde dat er ook een westelijke Romeinse pier was. Deze liep ook vanaf de voet van de heuvel van Tarragona zee inwaarts om het water van de rivier te scheiden van het water van de andere golfbreker.41 Alhoewel er geen bewijs is gevonden zou zo’n tweede pier wel logisch zijn geweest. Mede tegen het aanvoeren van sediment uit de vaak onstuimige rivier.

De vuurtoren
We weten niet of er een vuurtoren in Tarraco heeft gestaan omdat archeologisch bewijsmateriaal ook hier ontbreekt. De geschiedschrijving daarentegen refereert volop aan een plaats bekend als "el Farelló". Volgens sommige historici zou dit een vuurtoren van zo’n drie meter hoog aan het eind van de Romeinse pier zijn geweest 42. Het zou ook goed mogelijk zijn dat er geen vuurtoren was maar enkel een waarschuwingslicht, bij-voorbeeld een amfoor met brandende olie. Mede wellicht door een foute vertaling van het Catalaanse woord farelló dat ‘ rots betekent’. Een farellón zou in dit geval een rotsblok zijn dat op het wateroppervlak ligt en daardoor niet meteen wordt gezien. Dit zou dan meer vragen om een lichtbaken om schepen te waarschuwen dan om een complete vuurtoren.

Onderwater archeologie

Figuur 23: Lading van wrak voor de kust van Catalonië (Catalan News)

Gedurende de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw is er onder de kust van Tarragona veel onderzoek onderwater gedaan.

Figuur 24: Loden ankerstok gevonden bij Torredembarra

De gevonden artefacten zijn in 2007 gecatalogiseerd en bevatten veel ankers, amforen en aardewerk, delen van ankers, loden staven en zelfs een sarcofaag.
Complete wrakken uit de Romeinse tijd ontbreken echter op deze locatie. Toch is het in kaart brengen van de verscheidenheid aan gevonden ankers, de verschillende maten, gewichten en decoratieve elementen een verrijking aan kennis van dit gebied. Ze illustreren de ankergebieden in de buurt van Tarraco en de routes van de koopvaardijschepen. Ze laten bijvoorbeeld zien hoe in het gebied een belangrijke pier in gebruik was gedurende de republikeinse en de keizertijd en dat daar, voordat je de haven binnenliep, kennelijk een ankerplaats was.

Figuur 25: Gedecoreerde ankerstok uit Creixell

Andere gebieden met veel maritieme activiteit zijn Creixell en L’Ampolla (zie figuur 10). Bij de laatste zijn grote voorraden ankers gevonden met een inscriptie van de fabrikant. De genoemde locaties hoeven niet meteen havens te zijn geweest, maar waren in veel gevallen slechts boothuizen die zouden hebben gediend als toevluchtsoord voor aankomst in de haven van bestemming.
De oude stad van Tarragona was voorzien van een ‘cova urbana’, een ondergronds systeem van galerijen, grotten en bronnen van 3 km lang en een ondergrondsmeer van 5000 m2 geschikt voor drinkwater. Deze waren al bekend in de 19e eeuw maar werden herontdekt in 1996. Tevens was er uit de Romeinse tijd een ‘cuniculus’ (ondergronds aquaduct), 13 meter onder de Romeinse stad. Ook zijn er twee bovengrondse aquaducten met water uit de rivieren Francoli en Gaià.

Figuur 26: Cova Urbana 43

Magazijnen en havenroutes
De eerste horrea (218 BC-30 BC) waren voornamelijk voor de opslag van Iberisch graan voor Rome en bestonden uit zo’n 20 houten constructies in het middengedeelte van de stad. Het grootste deel van de bewaard gebleven horrea uit de hoogtij van het keizerrijk bevinden zich in de voorstad van de westelijke haven. Dit waren grote rechthoekige constructies met handelskantoren aan brede havenwegen.

Figuur 27: Horreum op perceel 22A

Het horreum op het perceel dat bekend staat als 22a bestaat uit drie delen van 18,40 x 6 meter en een geschatte totaal oppervlakte van 110 m2 en is gebouwd langs de waterkant. De kelder van het pakhuis was gemaakt in opus caementicium. De adobe44 muren waren versterkt met ashlar45 en hadden grote deuren. In de drie ruimten lag een kiezelstenen vloer die geprepareerd was voor een verharde oppervlak dat niet bewaard is gebleven. Men beweerd ook wel dat het hier om een isolerende vloer ging tegen het grondwater en dat er een tabulatum (houten plankenvloer) op werd gelegd om ventilatie mogelijk te maken zodat producten als graan een langere levensduur hadden.
Later kregen de pakhuizen vermoedelijk een monumentale entrée met zuilengalerij. De Tarraco-horrea uit de hoogtijdagen van het keizerrijk kunnen wel worden vergeleken met die in Lepcis Magna, de porticus Aemilia in Rome of het pakhuis van Hortensisus en Galba in Ostia.

Aan het begin van de tweede eeuw zien we dat in het beschreven pakhuis het westelijke compartiment wordt voorzien van een wit plaveisel terwijl het oostelijk deel muurtjes krijgt op verschillende niveaus. Veel gedeeltes van pakhuizen worden dan omgebouwd tot woonhuis. In de derde eeuw worden er hele delen niet meer gebruikt en uit het eind van de 3e en de 4e eeuw zijn er alleen nog maar enkele graven te vinden.

Het theater

Figuur 28: Restanten van het Romeinse theater van Tarragona (Turismedia)
Figuur 29: Plattegrond theater

Recente opgravingen in het Romeinse theater hebben een aantal ruimtes van voor de bouw van het theater aan het licht gebracht die waarschijnlijk gebruikt zijn als opslagruimtes of taveernes en behoorden bij de havenstructuren uit de 2e – 1st eeuw voor Chr.
Het theater zelf werd gebouwd in de eerste helft van de eerste eeuw na Chr. in het gebied waar vroeger de handelszone was die in verbinding stond met de haven. Er zijn nog maar enkele delen bewaard gebleven mede door de vele aanpassingen en veranderingen door de jaren heen. Er zijn nog restanten van het oostelijk deel van de fundering van het podium, de eerste treden van de toeschouwerstribune, de fundering van het voorste podium opgetrokken uit beton alsmede een aantal rechthoekige en halfronde exedrae (halfronde ruimten). Achterin was een dubbele rij openingen waar het gordijn hing.
Tijdens de bouw van een porticus postscaenam (ruimte achter het toneel met een zuilengalerij) werd er aan de linkerzijde een grote waterpartij geplaats met een ruimte als nympheum bestaande uit een muur met zuilen rondom een grote vijver met fonteinen aan de buitenzijde. Op voetstukken aan weerszijden van het nympheum stonden marmer kraters waaruit water naar beneden stroomde langs de ruimte van het nympheum en drie meter lager in een waterpoel stortte.
Voor de constructie van het theater moest waarschijnlijk een stuk van de muur en van de haven constructie worden afgebroken. Hierdoor kwam er een perfect uitzicht op de zee.

Het Romeinse badhuis
De publieke thermale baden werden gebouwd aan het einde van de tweede eeuw of het begin van de derde eeuw na Chr. op de fundamenten van de oude pakhuizen. Naar een inscriptie verluidt zouden dit de Thermae Montanae 46zijn geweest.

Figuur 30: Plattegrond Romeins badhuis.

Het publieke gebouw werd volgens de toenmaals geldende normen van de Romeinse samenleving gebouwd en werd als het ware het nieuwe epicentrum van het havengebied. Het gebouw was rijk aan schilder-en beeldhouwkunst. De latrines maakten gebruik van de oude horrea uit de eeuw ervoor.
Het gebouw was kruisvormige. Op de lange as waren achtereenvolgens een natatio (zwembad), een frigidarium (koudwaterbad), mogelijke een tepidarium (lauwwarm tussenbad) en een caldarium (warmwaterbad). Aan de west en de oostzijde bevonden zich andere ruimtes, waarvan alleen die aan de westzijde zijn bewaard gebleven. Het complex was toegankelijk vanuit het noorden en mogelijk vanuit een van de zijkanten. De baden bleven, net als het theater en het amfitheater in functie tot de 5e eeuw na Chr.

De verkoopgebieden. Markten en het Forum 

Figuur 31: Opgraving site forum van Tarraco (zie plattegrond)

Het lage gedeelte van de stad ontwikkelde zich van een zanderig watergebied tot een havenbuurt met alle benodigde voorzieningen. Ook het forum van de stad speelde daar een centrale rol in. Het forum van Tarraco werd tussen 1926 en 1929 opgegraven en later, in 2002/3 volgde een nieuw onderzoek.

Figuur 32: Plattegrond forum van Tarraco

De bouw begon in de laat-republikeinse tijd met een plein en een tempel gewijd aan de Trias-Capitolinus (Jupiter, Juno en Minerva). Het podium van deze Capitool tempel werd later verhoogd tot een temenos (heilige ruimte) met zuilen. De oriëntatie was zo dat je vanaf de tempel de schepen vanaf zee kon zien aankomen. Ten tijde van Augustus werd de Basilica Iuridicalis (gerechtshof) gebouwd inclusief een verdieping met een zuilengallerij. Onder Tiberius werd er een centrale zuilenhal van twee verdiepingen hoog toegevoegd en het forum uitgebreid met een forum adiectum (toegevoegd forum) voorafgaand aan de basilica met zijn open plein met zuilengallerij die gebouwd was boven een cryptoporticus.

Het Amphitheater
Vlakbij het forum werd eind 1e eeuw/begin 2e eeuw na Chr. een amfitheater gebouwd dat hoofdzakelijk werd gebruikt voor gladiatoren-en dierspelen. Het theater had een capaciteit van 15.000 toeschouwers en een oppervlak van 130 x 102 meter47. Ook in het Romeinse Tarragona speelde panem et circensis (brood en spelen) ten tijde van de Romeinse overheersing kennelijk een belangrijke rol.

Figuur 33: Het amfitheater van Tarragona (foto: Wikipedia-Cintxa)

Conclusie
Een stad als Tarraco, die volgens de bronnen zo’n belangrijke rol heeft gespeeld als marinehaven, met name tijdens de tweede Punische oorlog en de Romeinse verovering van Spanje, waar een Romeins fort werd omgebouwd tot een bloeiende stad, waar naast de lokale bevolking vele Romeinse gezinnen zich vestigden moet bijna zeker hebben beschikt over een bloeiende handelshaven alhoewel er van de eigenlijke haven geen sporen zijn. Ook zijn er geen epigrafische referenties van schippers, schepen of wrakken. Wel zijn er onder water vele archeologische vondsten gedaan die wijzen op een grote maritieme handel. Als we de vele notities en gravures uit de afgelopen 400 jaar serieus nemen moet er ook een pier, annex golfbreker zijn geweest zoals we kennen uit Pozzuoli. Ook de restanten van de vele horrea wijzen op een haven met faciliteiten zoals je mag verwachten in een haven die naar mijn overtuiging de naam Portus mag dragen. Een haven die volgens de laatste beschikbare gegevens een gebied besloeg tussen de 15 en 17 hectare met een havenbassin dat een diepte had tussen de 9 en 11 meter waardoor zowel grote als kleine schepen hier konden aanmeren en hun lading lossen of inslaan.

Figuur 34: Aquaduct van Tarragona (foto: Cruccone-wikipedia)

  • Bron
  • - EL PUERTO DE TARRACO EN ÉPOCA ROMANA (siglos ii aC – iii dC).Fuentes, historiografía y arqueología by Patricia Terrado Ortuño

  • Noten
  • 1:Eratosthenes van Cyrene (ca 280-195 v.Chr.), geograaf en astronoom en derde directeur van de bibliotheek van Alexandrië
  • 2: Geographica -drie delig werk over de toen bekende wereld
  • 3: Artemidorus Ephesius – Grieks geograaf schreef 11-delig papyrus. Omstreeks 100 voor Chr.
  • 4:Quadrireem - galeischip met 4 rijen roeiers boven elkaar; Quinquereem – galeischip met 5 rijen roeiers
  • 5: Polybius – Grieks historicus en vriend van Publius Cornelius Scipio Aemilianus Africanus minor Polybius deed verslag van o.a. de verwoesting van Carthago; Polybius, Hist, 3, 16 & 3, 20 & 10, 20
  • 6: De slag bij Ilerda was een van de confrontaties tussen de aanhangers van Julius Cae-sar (de populares) en Pompeius (de optimates) tijdens de burgeroorlog tussen Pompeius en Cae-sar in 49 voor Chr.
  • 7: Astures – volk in het noordwesten van Hsipania
  • 8: opus caementicium = Romeins beton (lees ‘Pompeiopolis, Romeinse haven in Turkije’)
  • 9: Pliny - Naturalis Historia 19.1
  • 10: citeriorem hispaniam was de oorspronkelijk naam van de provincie Hispania Tarraconensis
  • 11: De Tabula Peutingeriana of Peutingerkaart is een kopie van een Romeinse reiskaart uit de 3e of 4e eeuw. Zij beslaat een gebied van Groot-Brittannië, Spanje en Noord-Afrika in het westen tot de rivier de Ganges in het oosten.
  • 12: Emporiae – oorspronkelijk Fenicische/Griekse stad in het noord – oosten van Hispania. Stonden tijdens de Punische oorlog aan de kant van de Romeinen. Deze kwamen tijdens de 2e Punische oorlog in 218 voor Chr. daar aan land en stichtten naast de Griekse een Romeinse stad.
  • 13: Macias y Remolà, 2010, p. 131.
  • 14: Deze voorlopige gegevens zijn besproken op een recent congres in het Institut Català d’Arqueologia Clàssica (Tarragona) over de laatste gegevens over de haven van Tarraco: http://www.icac.cat/wp-content / uploads / 2016/12 / 43_sem_port.pdf
  • 15: In 60 na Chr. werd Galba (3 voor Chr. – 69 na Chr.) door Nero aangesteld als legatus Augustus pro praetore (gouverneur) over Hispania Tarraconensis. Hij bestuurde deze provincia acht jaar lang.
  • 16: Ptolemeus – (87 – 150 na Chr.) Grieks astroloog, astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus die leefde in Alexandrië. Schreef o.a.een handboek over geografie dat de geografische kennis weergeeft van de toenmalige Grieks-Romeinse wereld.
  • 17: Strabo – Grieks geograaf en filosoof (64 voor Chr – 25 na Chr.) Geographika, een bron van kennis over vele Europese, Aziatische en Afrikaanse volkeren van zijn tijd, waarvan hij de meest interessante gegevens vermeldt.
  • 18: Eratosthenes – Grieks geograaf (276 v.Chr. en 273 v.Chr.)
  • 19:Serv. A. 2. 23.
  • 20: Postumius Rufius Festus ( Avienius) was een Romeins dichter uit Volsinii (bij Bolsena-Italië). Hij schreef o.a. Ora maritima waarin de kustlijn van Bretagne tot de Zwarte zee wordt beschreven.
  • 21: Voor uitleg Barcilonas zie EL PUERTO DE TARRACO EN ÉPOCA ROMANA - Patricia Terrado Ortuño pagina 72
  • 22: Plin. Nay. III, IV, 21
  • 23: Strabo, Grieks geograaf – Strab. 3.4.7
  • 24: Pytheas van Massalia – Grieks ontdekkingsreiziger uit de 4e eeuw voor Chr.
  • 25:Asklepiades de Myrlea – Grieks filolog en geograaf en historicus (ongeveer 100 voor Chr.)
  • 26: Strab. 3.4.7.
  • 27: Ab urbe condita ("Vanaf de Stichting van de Stad"). Titus Livius beschreef in 142 boeken de ge-schiedenis van het Romeinse volk tot aan de dood van Drusus in 9 voor chr
  • 28: Liv. 22. 22. 1- 2.
  • 29: Tiberius Catius Asconius Silius Italicus was een Romeins politicus, succesvol zakenman en episch dichter (25 – 101 AD): Silius Italicus, Punica, 15
  • 30: del Arco, 1906, p. 28.
  • 31: Bonet, 2009
  • 32: Zie voor de tempel van Neptunus, Macias, 2004.
  • 33: Pons d'Icart, 1572, Cap. 38
  • 34: Pons d'Icart, 1572, Cap. 38
  • 35: Deze kaart uit 1600 bevindt zich in de Collection D’Anville (National Library of France)
  • 36: Simancas General Archive (1797)
  • 37:Emili Morera i Llauradó (Tarragona, 1846 – Tarragona, 1918), Spaans historicus en archeoloog: 1910, p. 9.
  • 38: Hernández Sanahuja, 1867, p. 136.
  • 39: Op de plaats genoemd door Sanahuja stond voorheen het Romeinse theater. Een dijk onder dat theater is moeilijk voor te stellen.
  • 40: Hernández Sanahuja, 1867, p.136.
  • 41: Sanahuja: Historia de Tarragona: des los más remotos tiempos hasta la época de la restaura-ción cristiana gepubliceerd in 1892,
  • 42: Mar et al., 2012, p.185.
  • 43: Foto: Tarragonaturism.cat
  • 44: Adobe = een bouwmateriaal bestaande uit zand, water, klei en organische materialen zo-als stro en mest.
  • 45: Grote, aan één zijde bewerkte, natuursteen
  • 46:CIL II² / 14, 1004 = RIT 155 (s. Ii-iii dC): M (arco) Aur (elio) Vincentio v (iro) (erfectissimo)] p(raesidi) [p (rovinciae) H (ispaniae)] / Tarraconensis ac su [per] / omnes reliqua [os] praesides ius / tissimo restitutori / thermarum Montanarum / Knife [s] ius Marianus / cur (ator) r (egg) p(ublicae) Tarraconensis.
  • 47:Duncan Fishwick, The Imperial Cult in the Latin West, BRILL, 1990

Waardeert u ons werk?

Wordt lid van Roman Ports en ontvang het boek of doe een donatie!

Wordt lid en steun ons
Recente artikelen & projecten

De teruggevonden vloot van Pisa

De teruggevonden vloot van Pisa

 

In 1998 werd bij toeval een ongelooflijk archeologisch erfgoed ontdekt in de buurt van het station Pisa San Rossore....

Lees meer...

Leptiminus

Leptiminus

Op de plaats van het huidige Lamta aan de oostkust van Tunesië lag al in de oudheid een havenstad met de naam Leptis Minor ....

Lees meer...

Romeins Zeehandelsrecht

Romeins Zeehandelsrecht

 

Het Romeinse recht is het fraaiste monument dat Rome aan West-Europa heeft nagelaten....

Lees meer...

Sullecthum (Salakta)

Sullecthum (Salakta)

In de Sahel, in de Tunesische provincie Madhia vinden we aan zee het kleine stadje Salakta....

Lees meer...

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

Colonia Julia ad Turrem Libisonis

.....waarschijnlijk gesticht door Julius Ceasar in het noord-westen van Sardinië.

Lees meer...
Laatste nieuws

About Roman Ports

Amor and PsycheWe are committed to providing versions of our articles and interviews in several languages, but our first language is English.

Please become a member of the Facebook group, which is our main communication platform. There you can learn about upcoming events and items of interest, post your own photos, or share any stories or general questions you may have.

If you have specific questions about our organisation, questions about financial issues, if you would like to assist in the production of our online magazine, or if you have specific requests or ideas for content, use our contactform below. You can contact us in any language!